‘Ik ben een ram!’

Een man met uitgesproken meningen…

‘Dat zit in mijn karakter. Mijn sterrenbeeld is Ram, mijn ascendant is Ram en mijn eerste huis is Ram. Ik ben opgegroeid in een omgeving waarin nogal eens een stevige mening werd neergezet. Mijn vader en grootmoeder waren ook Ram. Waren het zelden met elkaar eens. Schuwden de pittige uitspraken niet. Dat zit ook in mij.’

Net als sneller denken dan een ander?

‘Op de lagere school was ik vijf boekjes verder dan mijn klasgenoten. En later op het gymnasium was ik een van de slimsten van de klas. Niks mis mee, maar dat doet je populariteit geen goed. In die tijd was ik behoorlijk onzeker. Het heeft lang geduurd voordat ik dat kwijt was. Mijn moeder is overleden toen ik heel jong was. Mijn vader moest het allemaal alleen doen. Is ook nog een paar jaar werkloos geweest. Een lastige, onzekere periode. Het heeft me doen inzien dat ik de capaciteiten die ik heb, ten volle moet benutten. Dat is nog altijd een van mijn belangrijkste drijfveren.’

Ook in je ondernemerschap…

‘Ik ben eigenlijk veel te laat begonnen met ondernemen. Na mijn studies economie en bedrijfskunde kreeg ik een mooie baan bij Ahold. Op m’n 28e vroeg een vriendje of ik de tweede man in zijn optiebedrijf in Londen wilde worden. Het is nu of nooit, dacht ik, en vertrok. Dat liep even anders dan gepland, want Black Monday volgde en het bedrijf ging onderuit. Na een tegenvallende zijstap ben ik naar Nederland teruggegaan. Verzekeraar Zurich vroeg mij hun beleggingen te doen. Op m’n 33e zat ik daar in een serieuze directiefunctie.’

Je was 42 toen je ging ondernemen…

‘Mijn vrouw en ik hadden heel graag kinderen gewild. Toen duidelijk werd dat dat er voor ons niet in zat, heb ik mijn goedbetaalde baan bij Zurich opgezegd en Annexum opgericht. Als je kinderen hebt, wil je daar ook financieel goed voor kunnen zorgen. Nu die noodzaak wegviel, dacht ik: nu ga ik het doen ook. Gaat het fout, dan kunnen we ook leven van het salaris van mijn vrouw. Daarnaast werd het boxensysteem ingevoerd, waarmee producten zoals vastgoed, met een hoog direct rendement, een veel lagere belastingdruk kregen. Om die redenen zijn we in 2000 met Annexum begonnen. Sinds de lancering van ons eerste fonds zijn we continu gegroeid.’

Wat maakt het succes? 

‘Om te beginnen komen in zo’n beleggingsfonds veel verschillende disciplines samen, die allemaal met elkaar te maken hebben. Denk aan financiering van vastgoed, juridische en fiscale zaken, marketing. Het is lastig om al die disciplines te overzien. Daar ben ik goed in. Maar het belangrijkste: dit gaat voor 90 procent over vertrouwen. De klanten moeten het bedrijf vertrouwen. Als mensen hun geld aan jou toevertrouwen, dan moet je niet weglopen als het moeilijk wordt. En je moet het natuurlijk ook gewoon leuk vinden waar je mee bezig bent. Annexum is voor mij een platform om de dingen te doen die ik goed kan en die ik leuk vind.’

Zoals de toepassing van moderne technologie?

‘Ik ben daar heel erg in geïnteresseerd. Eén keer per jaar ga ik naar een groot congres in Amerika over moderne technologie. Daar gebeuren honderd dingen tegelijk. Allemaal hartstikke leuk en inspirerend, maar wat kan ik er zakelijk mee? Ik ben me op drie dingen gaan focussen:  virtual en augmented reality, blockchain en artificiële intelligentie (AI). Uiteindelijk hebben we bij Annexum wat blockchain-pilots gedaan en zijn we met AI en machine learning aan de slag gegaan. Zo hebben we een model gebouwd dat de huur van supermarkten voorspelt. Komt binnenkort beschikbaar voor de markt.’

Ben je een leuke baas?

‘Ik ben geen people manager. Ik ben er gewoon duidelijk in welke kant het op moet. En dan vind ik natuurlijk dat het drie keer sneller kan, haha! Heb je meer dan twaalf mensen in je bedrijf werken, dan komt er een managementlaag bij. Bij vijftig zit weer zo’n punt. Er werken nu veertig mensen bij Annexum en ik ken ze allemaal. Maar daar komen er snel tien bij en dan verandert je bedrijf. En mijn rol. Ik moet meer ruimte geven aan andere mensen en me minder bemoeien met details. Da’s lastig. Maar als ik mijn bedrijf zo naar een volgende fase kan brengen, dan doe ik dat.’