Blog BASE Advocaten: rookruimtes op het werk moeten vanaf 2022 definitief dicht
BASE Advocaten - Rotterdam
Alle rookruimtes in (semi-)publieke en openbare gebouwen, zoals in de zorg, het onderwijs, overheidsgebouwen en de cultuur- en sportsector, moeten per 1 juli 2021 zijn gesloten en een half jaar later, op 1 januari 2022, volgt het bedrijfsleven. Dat betekent dat per 2022 alle rookruimtes op het werk gesloten moeten zijn.
Staatssecretaris Paul Blokhuis heeft dit afgelopen week bekend gemaakt in het Ontwerpbesluit wijziging Tabaks- en rookwarenbesluit rookruimtes. Hiermee wil de overheid ervoor zorgen dat mensen een zo klein mogelijke drempel over moeten om te stoppen met roken en een zo hoog mogelijke om te beginnen. Daarnaast heeft iedere Nederlander recht op een gezonde omgeving. De vraag is, wat betekent dit voor de rokende werknemer?
Clean Air Nederland/Nederlandse Staat
In het Nationaal Preventieakkoord was voorzien dat de rookruimtes in de horeca per 2022 zouden sluiten, in (semi-)publieke en openbare gebouwen per 2022 en in het bedrijfsleven per 2023. Naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad heeft de regering besloten om de sluiting van alle rookruimtes te versnellen, en ernaar te streven de regelgeving hiervoor in 2021 in werking te laten treden. In deze uitspraak, aangespannen door de belangenvereniging Nederlandse Niet-rokersvereniging Clean Air Nederland (CAN) tegen de Staat, oordeelde de Hoge Raad dat rookruimtes in de horeca in strijd zijn met een verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie (het WHO-Kaderverdrag) en per direct moesten sluiten. In dit WHO-Kaderverdrag is immers geregeld dat de verdragspartijen effectieve maatregelen moeten nemen tegen blootstelling aan tabaksrook in ´indoor public places´. Door het toestaan van rookruimtes in de horeca wordt deze bescherming volgens de Hoge Raad niet geboden. Naar aanleiding van dit arrest worden de overige rookruimtes nu ook versneld gesloten.
Recht op een rookvrije werkplek
In de Tabaks- en Rookwarenwet is geregeld dat werknemers recht hebben op een rookvrije werkplek. Werkgevers zijn dan ook verplicht om het roken op werk- en pauzeplekken te verbieden. Dat verbod geldt niet alleen voor de werkplek, maar voor alle ruimtes waar werknemers kunnen komen, zoals het bedrijfsrestaurant, de bedrijfsauto, trappenhuis en toilet. Een uitzondering hierop zijn (momenteel nog) de rookruimtes. Met de afschaffing van de rookruimtes geldt dus op iedere werkplek een algeheel rookverbod. Het is voor werknemers slechts nog toegestaan om te roken in de open lucht, waarbij geldt dat onder een afdak roken niet in de open lucht is. Aan werkgevers de taak dit rookverbod in te stellen, aan te duiden en te handhaven.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op het handhaven van het rookverbod. Bij overtreding kan de NVWA overgaan tot het opleggen van een boete aan de werkgever van tussen de € 450,- en € 4.500,-.
Rookpauzes
Werkgevers mogen rookpauzes op het werkterrein verbieden. Een werkgever heeft immers instructierecht en is vrij om de werkwijzen, procedures en regels in zijn bedrijf te bepalen, zolang die maar redelijk zijn. Regels over roken en niet-roken binnen een bedrijf vallen ook onder dit instructierecht. Tijdens de (niet-doorbetaalde) reguliere pauzes mag een werkgever werknemers echter niet verbieden om – buiten het werkterrein – te roken.
Gezien het voorgaande verdient het aanbeveling een duidelijk rookbeleid vast te leggen en uit te dragen. Hierin kan onder meer worden omschreven waar en wanneer een werknemer mag roken en wat de toegestane frequentie van het roken is. Een rookbeleid kan echter verder gaan. Hierin kan ook opgenomen worden of – indien een werknemer recht heeft op rookpauzes – deze rookpauzes eventueel verrekend worden met ADV- of extra verlofuren en of bijvoorbeeld het aanbieden van een stopcursus tot de mogelijkheden behoort.
Voor meer informatie over het opstellen van een dergelijk beleid, kunt u contact opnemen met een van de advocaten van de sectie arbeidsrecht van BASE Advocaten.