Ondernemerschap

Sjoerd van Dijk (AG Hart Advocaten): ‘Wake-up call voor franchisegevers’ 

AG Hart Advocaten en Adviseurs - Rotterdam

In een recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam stond de schending van de standstill-verplichting centraal. Een franchisenemer beschuldigde de franchisegever van het negeren van deze wettelijke plicht uit de Wet Franchise wat tot financiële schade leidde. Daarnaast speelde nog een kwestie. Paralegal Sjoerd van Dijk van AG Hart Advocaten gaat in op de gevolgen van deze zaak en de bredere impact voor franchiserelaties. 

Kern van het conflict 
De franchisenemer en -gever hadden een overeenkomst gesloten, later aangevuld met een allonge. De franchisenemer stelde echter dat de franchisegever de standstill-verplichting had geschonden, waardoor zij onder andere haar onderneming tegen een ongunstige prijs moest verkopen. Sjoerd: ‘De standstill-verplichting is cruciaal in franchiserelaties. Het geeft de franchisenemer tijd om zonder druk van de franchisegever over de overeenkomst na te denken. Dit zorgt ervoor dat keuzes weloverwogen worden gemaakt.’ 

Wat is de standstill-verplichting? 
De Wet Franchise schrijft voor dat franchisegevers een minimale bedenktijd van vier weken moeten bieden, waarin franchisenemers alle informatie ontvangen om een goede beslissing te nemen. Gedurende deze periode mag de franchisenemer niet onder druk worden gezet. Sjoerd legt uit: ‘Franchisegevers moeten dus niet alleen duidelijke informatie verstrekken, maar ook geduld hebben. Dit voorkomt dat franchisenemers overhaaste beslissingen nemen die hen later schaden.’ 

Vernietiging van de overeenkomst 
De rechtbank oordeelde dat de franchiseovereenkomst en de allonge ongeldig waren vanwege de schending van de standstill-verplichting. De franchisenemer had onvoldoende tijd en informatie gekregen, wat de overeenkomst onrechtmatig en vernietigbaar maakte. 

Sjoerd: ‘Zo zie je maar dat het niet naleven van de standstill-verplichting vergaande juridische gevolgen kan hebben. Dit is een waarschuwing voor franchisegevers: je moet de regels strikt naleven.’ 

De zaak is doorverwezen naar een schadestaatprocedure, waarin de schadevergoeding voor de franchisenemer wordt vastgesteld, en eventuele aanwezigheid van eigen schuld verder wordt beoordeeld.’ 

Gescheiden contracten 
Naast de franchiseovereenkomst kwam de verkoop van de onderneming van de franchisenemer aan een derde partij ter sprake. De franchisegever stelde dat deze verkoop verbonden was aan de vernietigde overeenkomst, maar de rechtbank wees dit af. ‘De rechtbank maakte duidelijk dat de koop- en franchiseovereenkomst los van elkaar stonden. Dit benadrukt het belang van juridisch gescheiden contracten, vooral als deze geen directe invloed op elkaar hebben’, aldus Sjoerd.  

Lessen voor franchisegevers 
Sjoerd van Dijk concludeert als volgt: ‘Deze zaak is een wake-up call voor franchisegevers. Het is niet genoeg om de regels te kennen; je moet ze ook nauwgezet volgen.’ 

Meer nieuws