Ondernemer in een bedrijf
KPMG - Rotterdam
Een stereotype registeraccountant is Wesley van der Munnik niet, ook al is hij partner Audit bij KPMG in de regio Randstad Zuid. Hij woont zijn hele leven al in Rotterdam. Honkbal was en is nog steeds zijn ding. Bij Neptunus. Waar hij inmiddels het team van zijn tienjarige zoontje coacht.
Vanaf 2003 bij KPMG
‘Vers uit de studiebanken ben ik hier een intensief opleidingstraject tot registeraccountant gestart. Een combinatie van werken en leren, waarbij je steeds een andere functie met andere taken en verantwoordelijkheden krijgt. Elke nieuwe functie voelt als een nieuwe job. Die afwisseling heeft gewerkt voor mij.’
Dat blijkt, want sinds 2016 ben je partner.
‘Partner in de Audit, op z’n Hollands accountancy. Als je mensen vraagt wat KPMG doet, dan denken ze vooral aan deze discipline. Terwijl dat maar een van de drie pijlers binnen onze organisatie is; Tax en Advisory zijn minstens zo belangrijk. Binnen KPMG ben ik verantwoordelijk voor marketing en sales in de regio Randstad Zuid met kantoren in Rotterdam en Den Haag. Als partner-directeur ben je ondernemer in een bedrijf. Je draait je eigen portefeuille, maar geniet wel de voordelen van een grote organisatie.’
Gek van getalletjes?
‘Nou … het had weinig gescheeld of ik was elektrotechnicus geworden. Thuis staat nog een luchtvochtigheidsmeter. Nooit weggedaan. Mijn enige succesvolle project tijdens mijn studie elektrotechniek, haha! Na vier maanden kwam ik er achter dat dit het toch niets voor mij was en ben ik bedrijfseconomie gaan studeren. De meest brede economische opleiding die er is. Geen idee wat ik ermee wilde. Tot ik in mijn derde jaar een meeloopstage bij KPMG deed. Dat beviel zo goed, dat ik voor accountancy koos. En de rest is geschiedenis.’
Je woont al je hele leven in Rotterdam?
‘Zeker! Met trots en plezier! Ik ben in Rotterdam-West opgegroeid, verhuisde later naar Overschie, toen naar Hillegersberg en woon nu in Schiebroek. Voordat we ons huis daar kochten, hebben mijn vrouw en ik wel naar randgemeenten gekeken. Maar dat voelde toch als afscheid nemen van de stad. Vooral voor mij. Mijn vrouw is een schippersdochter en hecht wat minder aan één plek. Maar ze vindt Rotterdam een prachtige stad. Ik zie ons gezin, we hebben inmiddels drie kinderen, de stad niet verlaten.'
Wat heb jij met honkbal?
‘Als jochie van tien probeerde ik allerlei sporten uit, van karate en voetbal tot paardrijden en tennis. Tot ik een keer meedeed met honkbal. Ik was meteen verkocht. Twaalf jaar gedaan. Honkbal is een van de weinige sporten waar je van tevoren heel goed moet nadenken over wat je gaat doen als je de bal krijgt. Het lijkt een beetje op schaken. Maar dan wel in combinatie met een explosieve teamsport. Er zijn veel spelregels, die buitenstaanders vaak niet kennen. Is ook het manco van de sport. Als je de regels niet kent, snap je het spelletje niet.’
Speel je nog steeds?
‘Dat niet, maar ik geef trainingen en coach het team van mijn zoontje van tien. Ik kan er echt van genieten om die kinderen het spelletje bij te brengen. Honkbal is hier, anders dan in Amerika, geen grote sport. Toch komen er wel veel mensen af op het World Port Tournament, dat in de oneven jaren in Rotterdam wordt georganiseerd. Het moet een beetje groeien. Daarom vind ik het ook zo mooi om de jeugd te coachen. Als ik met mijn zoon aan het sporten ben en hij pakt iets op waar ik zijn team op getraind heb, dan kan me dat echt ontroeren. Mijn emotie zit ‘m sowieso in thuis, in de kinderen.’