KPMG: ‘AOW-leeftijd ook in 2024 niet omhoog door langzamere stijging levensverwachting’
KPMG - Rotterdam
De levensverwachting van Nederlanders stijgt minder hard dan verwacht. Meer sterfgevallen, met name als gevolg van hardnekkige griepepidemieën en strengere winters, lijken de belangrijkste oorzaken van de huidige rem op de levensverwachting.
Op basis van het projectiemodel van het Koninklijk Actuarieel Genootschap (AG) heeft KPMG berekend hoeveel lager de levensverwachting vergeleken met eerdere berekeningen op dit moment is. Uit deze analyse blijkt dat voor mannen die dit jaar worden geboren de levensverwachting op dit moment bijna half jaar lager ligt dan vastgesteld in eerdere prognoses. Voor vrouwen is deze bijna een jaar lager. Voor 65-jarige mannen is het effect beperkt en voor 65-jarige vrouwen is de levensverwachting ongeveer een half jaar minder dan eerdere verwachtingen.
Minder snelle verhoging AOW-leeftijd
‘Dit betekent niet dat de levensverwachting afneemt’, zegt Egbert Kromme, actuaris en partner bij KPMG Advisory. ‘Het betekent wel dat deze minder snel stijgt dan eerder was voorspeld. De ingangsleeftijd van de AOW is gekoppeld aan de levensverwachting. De minder hard stijgende levensverwachting zorgt dus voor een minder snelle verhoging van de ingangsleeftijd van de AOW, ook op langere termijn. In 2016 werd nog verwacht dat een ingangsleeftijd van de AOW van 70 jaar al in 2044 zou worden bereikt. Op grond van de minder snel stijgende levensverwachting is de huidige verwachting dat deze pas in 2047 wordt bereikt.
Vorig jaar besloot de overheid op basis van de cijfers van het CBS om de ingangsleeftijd van de AOW in 2023 niet te verhogen naar 67 jaar en 6 maanden. Naar verwachting zal de overheid op basis van de recente cijfers besluiten om de AOW-leeftijd ook in 2024 niet te verhogen.’
Klik hier voor het hele persbericht van KPMG.