Ondernemerschap

GIJP Live!

EMboost - H.I. Ambacht

Op 2 september 2020 staat de theatershow GIJP Live! in Ahoy. Daarmee komt de droom van de organisatoren Wim Jansen van EMboost en Jan Dirk Stouten uit. Twee keer eerder trok dit programma 1.600 mensen naar het Nieuwe Luxor. Een sfeerverslag van het programma daar backstage…

17:59 uur

(nog 121 minuten)

Wim Jansen ontvangt me op het parkeerdek van het Nieuwe Luxor. Ik volg hem in de wirwar van gangen en trappen door het theater. Mijn maag danst de horlepiep als ik voor de tweede keer in mijn leven de hand mag drukken van Feyenoordlegende Wim Jansen senior.

Het leven is net echt. 

18:02 uur

(nog 118 minuten)

Aan tafel zit ik naast Jan Dirk Stouten, die als een haas zijn bord nasi naar binnen werkt. Hij is niet nerveus. ‘Eerder gezonde wedstrijdspanning. René is René. Ik ben tot in de puntjes voorbereid, terwijl ik eigenlijk weet dat er nauwelijks iets vált voor te bereiden. Tijdens de eerste show met René, vorige zomer, heb ik het draaiboek ten overstaan van het publiek letterlijk verscheurd. Na afloop gingen we nog een borreltje drinken in de kroeg met René en wat vrienden van hem. Willibrord Frequin complimenteerde me voor het feit dat ik op een bepaald moment in het gesprek een stap naar achteren deed. Ik stelde me dienstbaar op. Had hij niet gekund, zei hij. Vond ik een mooi compliment.’

18:07 uur

(nog 113 minuten)

1.600 man. Stampvol theater. Tot de laatste stoel uitverkocht. Zowel Wim als Jan Dirk spreken vol trots over dit zevende huzarenstukje dat zij eigenhandig tot stand brachten. Wim: ‘We blijven Rotterdams bescheiden, maar ook van de mensen van het Nieuwe Luxor hebben we begrepen dat dit toch echt uniek is. Door de sport naar het toneel te brengen, blijken we onbewust een nieuwe soort publiek naar het theater te hebben geleid. Sportpubliek.’

3.200 ogen die naar jóú kijken, Jan Dirk. Met alle respect bedoeld, maar hóé gaat een gewone jongen van Zuid met dat gegeven om?  

Jan Dirk: ‘Je vraag emotioneert me. Ik ben intens dankbaar dat ik dit mág doen. Dit is, naast Carré, het grootste en meest aansprekende theater van Nederland. Sleutelwoord is vertrouwen. Ik vertrouw de hoofdgasten én de mensen van EMboost volledig. Ik hoef de avond alleen maar aaneen te praten. Ik leg de verbinding tussen de bühne en de zaal. 

Op zijn Rotterdams, ja. Met beide beentjes op de vloer.’

19:01 uur

(nog 59 minuten)

Ik zit met Wim in de Maasfoyer. De gasten druppelen een voor een binnen. Wim heeft het plastic mapje met het draaiboek en de gastenlijsten in zijn rechterhand opgerold. We drinken koffie aan een hoge statafel.

Wim: ‘We verkopen drie zakelijke arrangementen, tot en met een meet & greet achteraf met de hoofdgasten van de show in de Rijnfoyer, dus met een spectaculair uitzicht op de Erasmusbrug, de Nieuwe Maas en op de skyline van Rotterdam.’

Ik volg Wim in zijn gang naar het toneel. Onderweg druk ik de hand van Mario Been. Voor de zoveelste keer spreken Mario en ik af af te spreken. Wim glimlacht. ‘Mooi man… afspreken met Mariootje!’, zegt Wim. ‘Hahaha hoor je het…?’ ‘Wat?’ 

‘Dat ik al een beetje begin te lullen als Gijp, hahaha…’ 

Het lijkt me nog te prematuur om Wim nu op zijn rug te slaan en hem ouwe reus te noemen.

19:12 uur

(nog 48 minuten)

‘René is zó relaxed’, antwoordt Wim op mijn vraag naar de ware aard van de voetbalanalist annex entertainer annex verhalenverteller annex levenskunstenaar. ‘Zo vroeg hij me hoeveel mensjes in het Nieuwe Luxor passen, toen Jan Dirk en ik hem over onze theaterplannen vertelden. “Nou dan dóén we dat toch gewoon. Lachen man.” Zo gaat dat met René. Die maakt zich echt nérregens druk om.’

Ik krijg levensles. Indirect weliswaar, want de professor in de relativeringsleer is nog altijd niet aanwezig.

‘René is René. Die komt als ie komt.’

19:26 uur

(nog 34 minuten)

Ik spreek Wims zus Petra Jansen. We staan bij de provisionele bar op het podium. 

‘Voor mij voelt dit niet als werk… Dit is toch een voorrecht? Bij de allereerste theatershow voelden we natuurlijk meer spanning dan nu. Wij van EMboost weten nu precies wat er van ons verlangd wordt. Dus hoe, wanneer en waar we de hoofdgasten ontvangen. Andere medewerkers begeleiden ondertussen de gasten die met relaties hier in de omgeving van het theater hebben gedineerd. Het is één geoliede machine. Een feestje dat wij mógen organiseren. Wij regelen alles samen met de mensen van het Nieuwe Luxor. En bovendien moeten we natuurlijk alles faciliteren voor Jan Dirk. Hij moet zich uitsluitend kunnen concentreren op de theateravond. Daar moet hij blind op kunnen vertrouwen.’

Mijn hemel, Jan Dirk! Wat moet er door hém heen gaan op dit moment. Heeft hij de nasikorrel van zijn mond geveegd?

Ik voel een plas. 

19:33 uur

(nog 27 minuten)

‘Wim Kieft is er nog niet! Hij appte net. File!’

‘Waar zit ie precies?’

‘Bij de brug.’

‘Welke brug?’

‘Dat zei ie niet.’

‘Wim is duidelijk geen Rotterdammer.’

Die laatste was van mij.

19:40 uur

(nog 20 minuten)

‘René is binnen, jongens!’

En verdomd. Daar staat ie ineens voor me. Hij is echter dan op tv. 

Kleiner ook.

19:41 uur

(nog 19 minuten)

‘De lat ligt hoog, maar de drempel laag.’

Dat zei Wim zo-even. In acht woorden vatte hij deze exercitie samen. 

19:46 uur

(nog 14 minuten)

‘Michel van Egmond is binnen’, zegt Wim. Hij is opgelucht. ‘Nu Hansie nog. En Wim Kieft. Met wie ik steeds app en bel? Met de collega’s die in de VIP-ruimtes de gasten ontvangen.’

Ik heb het moment van zaal open gemist, maar ik hoor het publiek nu toch echt binnenstromen. Geroezemoes. Gelach. Bezoekers die hun plaats zoeken. Op de achtergrond klinkt zweetvoeterige liftmuziek. Jammer dat er niet voor een vette jazz van Sonny Rollins is gekozen.

‘Hey Wim!’

Een breeduit grijnzende Wim Kieft omhelst René van der Gijp.

Hans Kraay junior vraagt mij waar de wc is.

‘Door die deur daar, Hans’, antwoord ik. Ik hoorde het Petra toevallig net zeggen tegen Wim Kieft. Plotseling voel ik me incrowd. Ten onrechte uiteraard, maar dat doet de verbeelding met een gediplomeerd boerenlul van Zuid. 

19:55 uur

(nog 5 minuten)

Ik kijk naar de coulissen die, in het donker, een rommelige en tamelijk troosteloze indruk geven. Achter de toneelschermen is de fantasie overduidelijk met verlof. 

De zaal zit nu mudjevol. Het contrast tussen de verwachtingsvolle zaal en de haast rustieke sfeer backstage kon niet groter zijn. 

Rechts van het podium ijsbeert Jan Dirk. Hij maakt achtjes als Joan Haanappel in haar beste dagen. 

‘Doet ie altijd’, vertrouwt Petra me met een knipoog toe. Ze fluistert, alsof Jan Dirk ons kan horen.

19:58 uur

(nog 2 minuten)

‘René en Jan Dirk blijven hier. Die openen de show. Jij gaat dadelijk met Hans, Wim en Michel mee, jullie zitten op rij 11. Halverwege de show voegen zij zich bij René en Jan Dirk op het podium.’

De zenuwen gieren door mijn strot, al is mijn nervositeit gestoeld op het feitelijke niets: het is nochtans de suggestie van het toneel en de wetenschap dat ik één doek verwijderd ben van 1.600 verwachtingsvolle hoofden. Precies dat gegeven moet de druk zijn die Jan Dirk momenteel zal voelen. Ik volg de prominenten. Bij het passeren omhels ik Jan Dirk waarbij wij onze borstbenen op elkaar drukken.

‘Succes man!’

Mijn inlevingsvermogen wint het keer op keer van mijn relativeringsmechanisme. Ik moet serieus bij Gijp in de leer.

20:00 uur

(het uur U)

Dovend licht. Zwellend applaus. 

Daar verschijnt Jan Dirk. Zijn ijsberende achtjes áchter het gordijn mondden uit in deze ferme pas vóór het gordijn. Zijn haar zit netjes. 

Zijn pak zit goed. Hij heeft niets aan het toeval overgelaten, met dien verstande dat hoofdgast René van der Gijp het vleesgeworden en levend bewijs van toeval ís.

‘Goedenavond dames en heren, wat fijn dat u er bent.’

Hij kondigt Gijp aan en spreekt met de dictie van een voetbaltrainer die vol overtuiging de komst van een superspits bekend maakt: ‘Dames en heren! Onze hoofdgast van vanavond…. RE-NÉ VAN DER GIJP!’

22:58 uur

(55 minuten na de show)

Ik zit in de metro. Door de oortjes van mijn iPhone speelt Sonny Rollins de soundtrack van de grote stad. De neonlichten van avondlijk Rotterdam schieten door het metroraam aan me voorbij. De metro is een metro die ik momenteel echter als achtbaan ervaar. Het kan allemaal gebeuren als de fantasie de vrije loop krijgt: dan lopen fictie en non-fictie harmonieus door elkaar heen, analoog aan de anekdotes van Gijp vanavond op het podium. 

Ik lachte bij wijlen zó onbetamelijk hard dat de binnenkant van mijn brillenglazen besloegen. Nu, in de metro, onderga ik de napret met een grote glimlach. Ik heb een stukje van Gijp! meegenomen. 

Het is uiteindelijk geen goal van Messi, noch een gedicht van Ilja Leonard Pfeijffer, noch een compositie van Sonny Rollins die de wereld van de ondergang zal behoeden. Het is de lach van René van der Gijp.

Wim en Jan Dirk orkestreerden dit onvergetelijke avondje theater waar de verbeelding en de realiteit een potje armpje drukken speelden. Met het publiek als de grote winnaar.

Meer nieuws