Ondernemerschap

Diana van Arkel (AG Hart Advocaten): ‘Boetes moeten redelijk zijn en in verhouding tot de werkelijke schade’ 

17-07-24

Contractenrecht kent tal van vormen. Met name het begeleiden en adviseren van organisaties die op commercieel gebied nauw (willen) samenwerken is de specialiteit van AG Hart Advocaten. Denk aan franchise- en dealerorganisaties, verenigingen en coöperaties. Wat gebeurt er als een franchisenemer het niet eens is met een nieuwe franchiseovereenkomst en vervolgens boetes krijgt opgelegd? Advocaat Diana van Arkel geeft de antwoorden. 

In een “franchisehuwelijk”, zoals de samenwerkingsovereenkomst tussen franchisegever en franchisenemer ook wel wordt genoemd, draait het allemaal om het behoud van een goede relatie. Bij strubbelingen ga je eerst proberen te lijmen. Maar soms is een scheiding toch de enige optie. En dan kan je de expertise van een advocaat goed gebruiken. 

Kun je een voorbeeld geven uit de praktijk? 
Diana van Arkel: ‘In april deed het Hof een belangrijke uitspraak in het voordeel van een franchisenemer. Het ging om het volgende. Een franchisegever kwam met een nieuwe franchiseovereenkomst waar de franchisenemer niet mee akkoord ging. De franchisenemer besloot toen de bestaande overeenkomst per 1 januari 2021 op te zeggen. De franchisegever was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. Die oordeelde dat de franchisenemer een boete voor het schenden van het non-concurrentiebeding én de franchisefee moest betalen. De franchisegever ging daarna in hoger beroep.’ 

Wat gebeurde er in hoger beroep? 
‘De franchisegever eiste extra boetes voor voortdurende schendingen van het non-concurrentiebeding en het geheimhoudingsbeding. Het Hof oordeelde dat de franchiseovereenkomst niet per 1 januari 2021 was beëindigd, maar pas op de afgesproken einddatum van 31 mei 2021. De franchisenemer had het non-concurrentiebeding geschonden door al vanaf 11 februari 2021 een zakelijke relatie met een andere partij aan te gaan. Desondanks werden de boetes aanzienlijk verlaagd.’ 

Wat speelde er in deze zaak mee? 
‘Een rechter heeft de mogelijkheid om een boete te matigen als die onredelijk hoog is in verhouding tot de werkelijke schade. In deze zaak vond het Hof dat de opgelegde boetes buitensporig waren. De franchisenemer is formeel een zelfstandige ondernemer maar in de praktijk is hij relatief afhankelijk van de franchisegever, qua franchiseformule en koersbepaling. De franchisegever had in dit geval meerdere keren druk uitgeoefend om akkoord te gaan met een nieuw franchisesysteem. Dit systeem had veel financiële gevolgen voor onze cliënt – en dat in het licht van de coronacrisis – waardoor hij besloot zich te oriënteren op alternatieven.’
 
De uitspraak is een duidelijk signaal dat boetes redelijk moeten zijn en in verhouding moeten staan tot de werkelijke schade. ‘Als je als ondernemer met soortgelijke problemen zit, weet dan dat er mogelijkheden zijn om je te verdedigen en onredelijke boetes aan te vechten. Neem gerust contact met ons op voor advies en ondersteuning’, aldus Diana.

Meer nieuws