De vader, de dochter en het heilige feest (4)
Möller Autoschade - Rotterdam
Alfred Möller en Jolique Möller – Vader en dochter – twee generaties Rotterdamse ondernemers – gevestigde orde en stormachtig talent – autoschadeherstel en social media – traditionele business en nieuwe business – allebei op zoek naar nieuwe kansen – op het heilige feest van het ondernemen – in een veranderende wereld.
Een serie stevige gesprekken – uit het leven gegrepen.
Jolique: Voor autoliefhebbers is dit het Walhalla natuurlijk.
Alfred: Toch gaan de meeste grote, glazen showrooms verdwijnen. Auto’s worden meer en meer online besteld. En als je hem nog wil zien, kan dat ook bij de Media Markt, naast de koelkasten en vaatwassers. Maar bij een merk als Porsche gaat dat nooit gebeuren. Door die rijke historie en de sterke binding met de rijders, blijft dat een sterk merk. En dat mag blijkbaar geld kosten.
Jolique: Ja, merkbeleving… Een auto kost hier per kilo ongeveer tien keer zo veel als een goede auto zonder sterk merk. En als je ‘m nú bestelt, heb je hem mísschien volgend jaar. Maar mensen staan er voor in de rij.
Alfred: De auto’s in deze showroom, dat heeft niets meer met rationaliteit te maken. Als ik het voor mezelf probeer te verklaren, denk ik dat de liefhebbers hier op zoek gaan naar het gevoel dat ze vroeger hadden met hun brommers…
Jolique: Pardon???
Alfred: Als ik jou een Zündapp of een Puch laat zien, weet je niet eens wat het is. Maar als ík ‘m zie, ben ik gelijk terug in de scene waar ik toen bij hoorde. Alleen mensen die daar ook in zaten, begrijpen dat. De hele dag rond die brommers hangen en nooit uitgepraat raken over een grotere naaf, je witte buddyseat of een andere reflectorplaat. En nu verzamel ik Porsches…
Jolique: Ik weet nog dat je je eerste oude opknap-Porsche kreeg. Van mama, voor je vijftigste verjaardag.
Alfred: Ja… Van hetzelfde jaar, dezelfde maand als ik zelf. Moet je je voorstellen: ik werd geboren en die auto werd afgeleverd aan de eerste eigenaar. Schitterend!
Jolique: Je had gelijk de smaak te pakken….
Alfred: Na die eerste Porsche ben ik ze gaan verzamelen. Ook een beetje als belegging. Dat is het enige rationele in het hele verhaal. Ik ga alleen voor de beste auto’s. Ik heb iemand op de weg, die heel Europa afspeurt. En alles wat we kopen, maken we duizend procent in orde. Dat doe ik samen met Erik Jan Laurens, een man die met Porschebloed is geboren en niet kan slapen als er een schroefje scheef zit. We brengen alles volledig terug in originele staat. Het bodywork doen we zelf en de mechaniek wordt door Porsche gedaan, helemaal Porsche-proof. Geen rommel! Ik hou niet van rommel.
Jolique: Nou ben je ook weer geen man om die auto’s dan in een loodsje te zetten…
Alfred: Dus ik ben nu een Porsche Cave aan het bouwen. In superaangename omstandigheden kunnen mensen die ook een Porsche-afwijking hebben, lotgenoten ontmoeten.
Jolique: Tja, hoe kijken wij daar naar? Je bent iemand van de details. Ik zou me meer zorgen maken als ik zie dat je iets laat lopen. En dat perfectionistische stimuleert me ook altijd wel weer. Wat is er nou mooier dan een uit de hand lopende hobby die ook nog een beetje geld oplevert? Je kan je geld op de bank zetten of je investeert het in een prachtige auto waar je elke dag naar kunt kijken en anderen ook nog van kan laten genieten… Ik hoop dat ik er vóór m’n dertigste één kan kopen. Een 964 van mijn bouwjaar in een gave kleur. Als belegging hoor, want verder is een auto voor mij alleen een vervoermiddel waar ik zo min mogelijk geld aan kwijt wil zijn.
Alfred: Maar zo gek is het nou ook weer niet. Toch? Je moeder heeft het met tassen. Dat legt zij ook uit als een investering.
Jolique: Dat is ook zo! Een tas van Chanel…
Alfred: Ja, ja, dat verhaal ken ik…
Jolique: Ik wilde de Chanel 2.55 hebben. Dat is echt een klassieker. De Porsche 911 onder de tassen. Door Coco Chanel zelf bedacht. Dat was een ondeugende vrouw. Ze hield van uitgaan; dus die had een tas met vakjes voor haar sigaretten, lippenstift, slipje. Maar ik was pas 18. En toen kostte die tas al 3.000 euro.
Alfred: Ja, en…?
Jolique: Nu begint hij bij 4.000. Dus het is blijkbaar toch een investorspiece.
Alfred: Toch blijf ik een tas zien als iets waarin je iets kan meenemen. Die heb je bij Bas van der Heijden ook.
Laten we het er maar op houden dat merkbeleving eigenlijk een prachtig, verwarrend fenomeen is en dat liefhebbers bereid zijn om voor merken meer te betalen. Dat is eigenlijk niet uit te leggen, maar we vinden die beleving aantrekkelijk en het geeft een gevoel dat we ergens bij horen.
Jolique: Vorig jaar ben ik op Porsche-experience geweest. Nou, als je het dan over merkbeleving hebt, dat is toch ook mijn vak, dat is gewoon niet normaal. Dat begon al met een jas die je thuis kreeg met een Porsche-embleem. En onderweg: het vliegtuig, de taxi, het hotel, de busreis. Alles was branded. Dit was voor mij een ultieme merkbeleving. Supertof! De kracht van een sterk merk is enorm. Porsche en Chanel zijn daar mooie voorbeelden van.
TEKST: FRANK VIJG
FOTO: VINCENT VAN DORDRECHT