Competitieve doorbijters!
BASE Advocaten - Rotterdam
Het was heet! Het was afzien! Stuk zitten en toch doorgaan. Verschrikkelijk en rauw, maar vooral overweldigend en ontroerend. Zo hebben advocaten Rob Sies, Ruben van Eijck en Max Luiten van BASE Advocaten de 39e editie van de Marathon Rotterdam op 7 april 2019 ervaren.
Eerste keer?
Van Eijck: ‘Dit was mijn veertiende marathon in Rotterdam en ik heb ook twee keer New York gelopen. De blanke Keniaan noemen ze mij hier op kantoor.’ Luiten: ‘Ruben is de echte held, want hij liep de hele marathon. Rob en ik deden allebei een halve. Voor mij was het wel de eerste keer. Ik speel in de topklasse bij RS Zaalvoetbal en heb niet veel extra tijd om te trainen voor de marathon. Maar die hele gaat er ooit komen, anders zien ze me hier niet voor vol aan.’ Sies: ‘BASE is een jong en sportief advocatenkantoor. Sporten doen we allemaal in onze vrije tijd en velen van ons hebben de marathon wel een keer gelopen. Dat zegt ook wel iets over hoe wij in onze business staan: competitief en vastberaden.’
Hoe trek je de hitte?
Sies: ‘Ik liep de eerste helft, op Zuid. Als het publiek een beetje stil was, riep ik: Kom op, jongens! en dan begon iedereen te klappen en te juichen. En al die kinderen die hun handen uitsteken naar de lopers. Ik gaf zoveel mogelijk high fives. De energie die je daar als loper van krijgt, is onbeschrijfelijk. Het publiek draagt je verder, juist als je er even doorheen zit.’ Luiten: ‘Jouw helft zat er al op en toch liep je de laatste anderhalve kilometer met mij mee om me een beetje op gang te houden. En om samen te kunnen finishen. Zal ik niet snel vergeten…’
Meer onvergetelijke momenten?
Van Eijck: ‘Vlak voor het Kralingse Bos had ik het even moeilijk, totdat ik in het bos mijn vrouw en onze oudste zoon Willem van zestien zag. Hij heeft voor het eerst een stuk met mij meegelopen: het hele Kralingse Bos door tot aan de finish. Onderweg moedigde hij me aan, coachte me bijna. Dat voelde zó goed, ik liep dat laatste stuk lichter dan al die keren daarvoor. Over twee jaar, als hij achttien is, gaat Willem ook de hele marathon lopen. Hij is er van overtuigd dat hij een tijd haalt van 3.15.’
Wat is het mooiste van de marathon voor jou, Rob?
Sies: ‘De aankomst van de laatste loper. Die heeft er dan al bijna zes uur op zitten, is helemaal kapot, strompelt meer dan dat hij hardloopt en wordt als een held onthaald. Rijen dik staat het dan op de Coolsingel, mensen maken een wave, DJ erbij: kippenvel!’
Veel bekenden gezien langs het parcours?
Luiten: ‘In het begin wel… Toen lukte het ook nog om net te doen alsof het me geen enkele moeite kostte. Voor de lopers was het warme weer niet ideaal, maar daardoor waren er wel extra veel mensen. Maar na zo’n vijftien kilometer begon het gevecht tegen mezelf en ging mijn blik meer naar het asfalt dan naar de mensen.’
Max is er volgend jaar weer bij. Rob en Ruben ook?
Rob: ‘Zéker! Maar het wordt dan weer een halve marathon. Ik train zelf voor de halve triatlon, die altijd midden in het jaar wordt gehouden. Om dan in april een hele marathon te lopen, is geen goed idee.’ Ruben: ‘In september krijg ik altijd een e-mail van de organisatie. Of we weer meedoen. Dan schrijven we ons in en denk ik altijd: in oktober begin ik met trainen. Om vervolgens in december te zeggen dat er nu echt iets moet gaan gebeuren. Maar natuurlijk doe ik ook weer mee.’ Max: ‘Een bekend fenomeen hier op kantoor. Naarmate de marathon dichterbij komt, dekt Ruben zichzelf in en zegt: Ik heb niet zoveel getraind dit jaar. Ik ga gewoon starten en zie wel hoe ver ik kom. Om vervolgens de hele marathon soepel uit te lopen, haha!’