Expert aan het woord – Yvonne Sørensen (Sørensen Advocaten): WhatsApp op de werkvloer
Sørensen Advocaten - Rotterdam
WhatsApp is niet meer weg te denken, ook niet binnen een arbeidsrelatie.
Zo kreeg in een recente zaak een werknemer ontslag op staande voet nadat hij zijn werkgever via WhatsApp bedreigd had. De werknemer had diverse bedreigende berichten gestuurd naar de werkgever met teksten als: ‘ik maak je af’ en ‘kijk uit, geloof me, kijk uit.’ Door de aanhoudende bedreigingen durfde de werkgever geen persoonlijk gesprek meer met de werknemer te voeren en is de werknemer via een WhatsApp-bericht op staande voet ontslagen. De kantonrechter was van oordeel dat de WhatsApp-berichten in toenemende mate bedreigend en intimiderend waren en dat het daarom goed voorstelbaar was dat onder die omstandigheden geen persoonlijk gesprek meer heeft plaatsgevonden. De rechter oordeelde het gegeven ontslag op staande voet daarom rechtsgeldig.
In een andere zaak wilde een werkgever een werkneemster ontslaan die via WhatsApp collega’s probeerde te ronselen om een overstap te maken naar een andere werkgever, bij wie zij al aan het solliciteren was. Ook had ze haar werkgever in een groepsapp van collega’s in een negatief daglicht gezet. Ze noemde de directie onder andere ‘een poppenkast’ en ‘slechteriken die het schip laten zinken’.
Ook had de werkneemster bedrijfsgevoelige informatie gedeeld met de concurrent. Beide partijen beriepen zich ter onderbouwing op diverse WhatsApp-conversaties en daarom behandelde de rechter eerst de vraag of deze WhatsApp-conversaties als onderbouwing kunnen dienen. Volgens de rechter kunnen deze berichten als onderbouwing gebruikt worden, maar dan moeten de screenshots van de WhatsApp-gesprekken wel in de context worden gelezen en begrepen. De rechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden omdat de werkneemster verwijtbaar had gehandeld.
In een laatste zaak was een werkneemster na onenigheid met haar leidinggevende een half uur voor het einde van haar werkdag vertrokken, waarbij zij onder meer had gezegd: ‘Dit werk is niks voor mij. Ik wil dit ook niet meer en stop ermee.’ Vervolgens heeft de werkgever een brief gestuurd naar de werkneemster met daarin een bevestiging van haar ontslagname. De werkneemster heeft zich de dag na het incident ziekgemeld via WhatsApp. De werkgever stelde dat hij het WhatsApp-bericht niet had ontvangen maar de rechter wees erop dat er naast het bericht twee vinkjes waren geplaatst, zodat op grond hiervan zonder meer kon worden aangenomen dat het bericht succesvol was afgeleverd bij de werkgever.
De werkgever had hieruit kunnen en ook moeten afleiden dat de werkneemster geen ontslag had genomen.
Werkgevers kunnen ook de aanzegging van het wel of niet voortzetten van een contract voor bepaalde tijd per WhatsApp doen.
WhatsApp-berichten zijn dus rechtsgeldig bewijs. Werkgevers en werknemers doen er goed aan een foto van hun verzonden brief of e-mail ook te appen aan de ander om discussie te voorkomen over de vraag of het bericht is aangekomen.