Blog Yvonne Sørensen (Sørensen Advocaten): werknemer moet een maandloon schadevergoeding betalen
Sørensen Advocaten - Rotterdam
De kantonrechter oordeelt dat de weigering van de werkgever om verlof op te mogen nemen en het als gevolg daarvan verliezen van de nieuwe baan door de werknemer, niet valt te kwalificeren als dringende reden. De werknemer mocht de arbeidsovereenkomst niet zonder opzegtermijn beëindigen.
Feiten
De werknemer is sinds 1 augustus 2019 in dienst. Op 17 maart 2021 zegt de werknemer zijn arbeidsovereenkomst op vanwege het aanvaarden van een nieuwe baan. De werkgever geeft vervolgens aan dat de werknemer een opzegtermijn van een maand in acht moet nemen, zodat de einddatum 1 mei 2021 is. De werknemer laat weten direct te stoppen met zijn werkzaamheden, omdat zijn werkgever niet meewerkt aan zijn verzoek tot het opnemen van verlof, waardoor hij niet op tijd bij zijn nieuwe werkgever kan beginnen. De werknemer voert vanaf 1 april 2020 geen werkzaamheden meer uit voor de werkgever. De werkgever laat weten niet akkoord te gaan met een vertrek per 1 april 2021, de werknemer pleegt hiermee contractbreuk en de werkgever lijdt hierdoor schade.
Beoordeling
De door de werknemer aangevoerde dringende reden is de weigering door de werkgever van zijn verzoek om verlof op te nemen en het als gevolg daarvan verliezen van de nieuwe baan door de werknemer. De kantonrechter oordeelt dat dit geen dringende reden oplevert voor ontslag. De werkgever had een zwaarwichtig belang bij het weigeren van het verlof. De werkgever had de werknemer immers nodig in april om de grote hoeveelheid orders af te werken. Ook is het verliezen van de nieuwe baan niet aan te merken als een dringende reden. De afspraken met de nieuwe werkgever komen voor eigen risico van de werknemer. De werknemer was op de hoogte van het feit dat de opzegging was omgezet naar 1 mei 2021 en had hier zelf afspraken over kunnen maken met de nieuwe werkgever. Er is dus geen sprake van een dringende reden.
Het ontbreken van een dringende reden brengt met zich mee dat de werknemer schadeplichtig is tegenover de werkgever. De kantonrechter stelt de gefixeerde schadevergoeding die de werknemer dient te voldoen vast op één maandloon. Daarnaast heeft de werknemer geen recht op het maandloon voor de maand april, omdat het niet verrichten van de overeengekomen arbeid in april in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. De werknemer heeft immers onterecht de arbeidsovereenkomst per 1 april 2021 opgezegd zonder inachtneming van de maand opzegtermijn.
Voor de gehele uitspraak, klik hier.
Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444.