Ondernemerschap

Blog Yvonne Sørensen (Sørensen Advocaten): slapend dienstverband

Sørensen Advocaten - Rotterdam

Een ‘slapend dienstverband’ is een dienstverband waarbij de werkgever een langdurig arbeidsongeschikte werknemer zonder betaling van loon in dienst houdt met als (voornaamste) reden dat de werkgever de wettelijke transitievergoeding niet hoeft te betalen.

Op 10 april 2019 heeft de rechtbank Limburg aan de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld in een zaak over een slapend dienstverband. De belangrijkste vraag was of, en zo ja onder welke omstandigheden, een werkgever als ‘goed werkgever’ akkoord dient te gaan met het voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer om over te gaan tot beëindiging van het slapende dienstverband onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding. Advocaat-generaal De Bock heeft in haar conclusie aan de Hoge Raad antwoord gegeven op deze vraag.

Conclusie advocaat-generaal De Bock
Advocaat-generaal De Bock heeft op 18 september 2019 advies aan de Hoge Raad uitgebracht. Haar mening is dat een werkgever in beginsel verplicht is om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, het slapende dienstverband te beëindigen onder betaling van de wettelijke transitievergoeding. De grondslag hiervoor is volgens haar de norm van het goed werkgeverschap (art. 7:611 BW).

Het in dienst houden van langdurig arbeidsongeschikte werknemers voorkomt dat de werkgever hoge kosten moet maken door het betalen van de transitievergoeding. Dit argument gaat volgens advocaat-generaal De Bock niet meer op vanwege de inwerkingtreding van de Wet compensatie transitievergoeding. Volgens de advocaat-generaal is het duidelijk dat de wetgever af wil van de slapende dienstverbanden.

Zij concludeert: ‘‘Een slapend dienstverband behoort te worden beëindigd, tenzij de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij het in stand houden van het dienstverband.’’
De advocaat-generaal geeft vier voorbeelden van gerechtvaardigde belangen:
1. Het bestaan van reële re-integratiemogelijkheden voor de werknemer;
2. In de periode voor de inwerkingtreding van de Wet compensatie transitievergoeding per 1 april 2020: financiële problemen van de werkgever door het voorfinancieren van de transitievergoeding;
3. Het niet (geheel of gedeeltelijk) gecompenseerd zullen krijgen van de transitievergoeding;
4. Mogelijke andere belangen van de werkgever bij het in dienst houden van de werknemer, anders dan de wens om de transitievergoeding niet te hoeven betalen.

Wet compensatie transitievergoeding
De Wet compensatie transitievergoeding treedt per 1 april 2020 in werking en heeft terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Werkgevers kunnen vanaf 1 april 2020 gecompenseerd worden voor een aan de werknemer betaalde transitievergoeding na het beëindigen van een slapend dienstverband.

Overige prejudiciële vragen
Het bovenstaande ging over de vierde prejudiciële vraag. Prejudiciële vragen één tot en met drie zien op het scheppen van een ‘omgekeerde Stoof/Mammoet-benadering’. Advocaat-generaal De Bock acht het niet wenselijk om een omgekeerde Stoof/Mammoet-benadering in het leven te roepen om de werkgever te dwingen een slapend dienstverband te beëindigen. Zij overweegt hierbij het volgende.

De maatstaf van Stoof/Mammoet ziet op het wijzigen van de arbeidsovereenkomst, niet op het beëindigen daarvan. Het is aan de werkgever om aan te tonen dat de arbeidsovereenkomst gewijzigd dient te worden. Bij een omgekeerde Stoof/Mammoet-benadering dient de werknemer te stellen en zo nodig te bewijzen dat zijn slapende dienstverband beëindigd dient te worden. Tot slot is de maatstaf van Stoof/Mammoet onvoldoende duidelijk om gebruikt te worden in kwesties over slapende dienstverbanden. Iedere situatie moet dan worden beoordeeld aan de hand van ‘de omstandigheden van het geval’.

Hoge Raad
De Hoge Raad zal binnenkort de prejudiciële vragen beantwoorden. De Hoge Raad hoeft hierbij het advies van de advocaat-generaal niet op te volgen. De conclusie van de advocaat-generaal is een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad. Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad arrest zal wijzen. Wij houden u graag op de hoogte van de ontwikkelingen.

Vragen over het bovenstaande? Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444.

Meer nieuws