Blog Karlijn Kapel (Sørensen Advocaten): werknemer op staande voet ontslagen wegens nevenwerkzaamheden
Sørensen Advocaten - Rotterdam
De rechtbank Den Haag oordeelde op 4 juni 2020 dat een werknemer terecht op staande voet was ontslagen wegens het verrichten van nevenwerkzaamheden. Dit, terwijl in de arbeidsovereenkomst van de werknemer geen nevenwerkzaamhedenbeding stond.
De werknemer had de functie van werkvoorbereider en calculator bij een aannemingsbedrijf. In december 2019 hoorde de werkgever de werknemer aan de telefoon praten over twee opdrachten die bij de werkgever niet bekend waren. De werkgever ziet ook dat de werknemer een USB-stick gebruikt. Vervolgens checkt de werkgever de computer van de werknemer. Daarop vindt de werkgever bij de verwijderde items niet-bedrijfsgerelateerde informatie. De werkgever ontslaat de werknemer op staande voet en neemt de USB-stick in. Op de USB stick staan prijslijsten en andere financiële, personele-, fiscale- en andere relevante bedrijfsgegevens van de werkgever.
Als reden voor het ontslag op staande voet wordt onder andere aangevoerd: het zonder toestemming tijdens werktijd verrichten van werk voor de concurrent met gebruik van de bedrijfsmiddelen van de werkgever en het zonder toestemming gebruiken van vertrouwelijke bedrijfsinformatie.
De werknemer start een rechtszaak en verzoekt de kantonrechter om het gegeven ontslag te vernietigen. De werkgever vordert een schadevergoeding van de werknemer, omdat de werknemer hem een dringende reden heeft gegeven voor ontslag op staande voet.
De werknemer stelde dat zijn nevenwerkzaamheden vriendendiensten betroffen, die hij tijdens de pauzes en buiten werktijd deed en dat het ook nog eens werk voor de werkgever opleverde. De werkgever kon bewijzen dat het om een aanzienlijk aantal uren tijdens werktijd ging. De werknemer wijst erop dat nevenwerkzaamheden niet zijn verboden.
De kantonrechter overweegt dat ondanks dat er niets over nevenwerkzaamheden in de arbeidsovereenkomst is geregeld, de werkgever er toch op moest kunnen vertrouwen dat de werknemer netjes zou omgaan met de bedrijfsmiddelen en vertrouwelijke bedrijfsinformatie. De werknemer heeft het vertrouwen van de werkgever zodanig geschaad dat van de werkgever niet langer kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. De werknemer moet aan de werkgever een schadevergoeding betalen ter hoogte van de opzegtermijn (EUR 8.136,60).
Voor de hele uitspraak klik hier.
Vragen over het bovenstaande? Neem dan contact op met één van de arbeidsrechtadvocaten van Sørensen Advocaten. Bel: 010-2492444