Blog BASE Advocaten: ontslagvolgorde? Afspiegelen, dat doe je zo!
BASE Advocaten - Rotterdam
Eerder hebben wij een uitgebreid Stappenplan Reorganisatie beschikbaar gesteld. Dit stappenplan moet ondernemers – juist in de coronacrisis – houvast bieden bij een reorganisatie (op grond van de NOW-regeling 2.0 komt de ‘boete’ wegens een ontslag om bedrijfseconomische redenen bij de tegemoetkoming in de loonkosten door de overheid vermoedelijk te vervallen). Eén van de stappen uit het stappenplan betreft het bepalen van de ontslagvolgorde. Hiervoor is onder meer het afspiegelingsbeginsel van belang. Het afspiegelingsbeginsel is de methode waarmee wordt bepaald welke werknemers bij een reorganisatie voor ontslag in aanmerking komen. In dit artikel wordt het afspiegelingsbeginsel en het bepalen van de ontslagvolgorde nader toegelicht.
Ontslagvolgorde
Het uitgangspunt voor het bepalen van de ontslagvolgorde is dat werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd een grotere bescherming toekomt dan aan (sommige) flexibele arbeidskrachten die dezelfde werkzaamheden verrichten. Er is dan ook een rangorde in het leven geroepen om te bepalen wie er per bedrijfsvesting voor het eerst voor ontslag in aanmerking komt in dezelfde categorie uitwisselbare functies. Uitwisselbare functies zijn functies die met elkaar vergelijkbaar zijn voor zover het betreft de inhoud van de functie en de voor de functie vereiste kennis, vaardigheden en competenties. Bovendien dienen de functies gelijkwaardig te zijn als het gaat om het niveau van de functies en de bij de functie behorende beloning. Deze factoren worden in onderlinge samenhang beoordeeld. De volgende rangorde geldt achtereenvolgens bij het beëindigen van arbeidsrelaties in dezelfde categorie uitwisselbare functies:
– Groep 1: externe medewerkers (gedetacheerden, uitzendkrachten, zelfstandigen zonder personeel en ingeleende werknemers van een andere bedrijfsvestiging).
– Groep 2: werknemers (inclusief payrollwerknemers) die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt.
– Groep 3: werknemers (inclusief payrollwerknemers) met een arbeidsovereenkomst waarin de omvang van de arbeid niet is vastgelegd (nul-urencontract).
– Groep 4: werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (inclusief payrollwerknemers) van wie het contract binnen ten hoogste 26 weken eindigt na de datum waarop op de ontslagaanvraag wordt beslist.
– Groep 5: werknemers (inclusief payrollwerknemers) met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (inclusief payrollwerknemers) waarvoor de looptijd van het contract meer dan 26 weken bedraagt, te rekenen vanaf de datum waarop op de ontslagaanvraag wordt beslist.
De werkgever dient altijd eerst afscheid te nemen van personen uit groep 1 die werkzaam zijn in dezelfde categorie uitwisselbare functies. Pas als daarmee de noodzakelijke personeelsinkrimping niet (voldoende) kan worden gerealiseerd, komen werknemers in dezelfde categorie uitwisselbare functies uit achtereenvolgens groep 2, 3, 4 en 5 voor ontslag in aanmerking. Voor die groepen geldt dat het afspiegelingsbeginsel leidend is om te kunnen bepalen wie uit die groepen binnen de uitwisselbare functie voor ontslag in aanmerking komen.
Afspiegelingsbeginsel
Voor zover het bij de te vervallen arbeidsplaats(en) om uitwisselbare functies gaat, komen per leeftijdsgroep binnen een categorie uitwisselbare functies de werknemers met het kortste dienstverband het eerst voor ontslag in aanmerking. Voor de duur van het dienstverband van een werknemer tellen één of meer voorafgaande arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen, of tussen een werknemer en een opvolgend werkgever, die elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden hebben opgevolgd, samen. Het uiteindelijke doel van het afspiegelingsbeginsel is dat de leeftijdsopbouw binnen de functie voor en na de ontslagen zo veel als mogelijk gelijk blijft.
De volgende leeftijdsgroepen worden gehanteerd:
– 15 tot 25 jaar;
– 25 tot 35 jaar;
– 35 tot 45 jaar;
– 45 tot 55 jaar;
– 55 jaar tot de AOW-gerechtige leeftijd.
Werknemers uit groep 1 tellen zoals gezegd niet mee in de afspiegeling; van hen moet immers als eerste afscheid worden genomen. Werknemers uit groep 2, 3 en 4 tellen (naast groep 5) wel mee bij de berekening van het aantal werknemers dat uit de verschillende leeftijdscategorieën voor ontslag in aanmerking komt, maar moeten vervolgens wel bij voorrang (ten opzichte van groep 5) worden ontslagen.
Afwijken afspiegelingsbeginsel
In een beperkt aantal gevallen is het de werkgever toegestaan om af te wijken van het afspiegelingsbeginsel. Dit is het geval indien:
– een werknemer werkzaam is onder toezicht en leiding van een derde en vervanging van deze werknemer niet van de werkgever kan worden gevergd;
– een werknemer onmisbaar is door de bijzondere kennis en bekwaamheden waarover hij beschikt, zodat zijn ontslag voor het functioneren van de onderneming te bezwaarlijk is;
– het gaat om een werknemer met een arbeidsbeperking.
Er kan daarnaast – onder voorwaarden – ruimte zijn voor de werkgever om werknemers die bovengemiddeld presteren, of die naar zijn verwachting over een meer dan gemiddelde potentie beschikken voor de toekomst, buiten de afspiegeling te houden. Dit kan echter alleen indien dit in een cao of regeling van een bestuursorgaan is vastgelegd en aan de voorwaarden van die regeling is voldaan. Het is overigens slechts mogelijk om voor maximaal 10% van de werknemers die op grond van de afspiegeling voor ontslag in aanmerking zouden komen van de afspiegeling af te wijken.
Tot slot, toepassing van het afspiegelingsbeginsel is niet in alle gevallen noodzakelijk. Het afspiegelingsbeginsel is bijvoorbeeld niet aan de orde indien sprake is van bedrijfsbeëindiging of wanneer een unieke functie komt te vervallen. Ook wanneer een categorie uitwisselbare functies in zijn geheel komt te vervallen en er geen nieuwe functies worden gecreëerd waar de werkzaamheden naartoe verplaatsen is het afspiegelingsbeginsel niet aan de orde. Maar let op: als de werkgever een categorie uitwisselbare functies geheel laat vervallen, en vervolgens nieuwe functies creëert waarin de oude werkzaamheden (deels) terugkomen (de zogenoemde "stoelendansmethode"), dan kan wel sprake zijn van een toepassing van het omgekeerde afspiegelingsbeginsel. Wij informeren u hier indien gewenst graag verder over.
Wenst u het Stappenplan Reorganisatie te ontvangen of meer informatie willen over het afspiegelingsbeginsel of het bepalen van de ontslagvolgorde, neemt u dan contact op met een van de advocaten van de sectie arbeidsrecht van BASE Advocaten.