Regeldruk kost autodealer bijna kwart van de winst

De regeldruk kost ondernemers veel geld. Dat blijkt uit een rapport dat minister Dirk Beljaars van Economische Zaken onlangs naar de Tweede Kamer stuurde. In de automotive, één van de drie onderzochte sectoren, bedroegen de regeldrukkosten bijna een kwart van de winst van bedrijven.

In een reactie stelt BOVAG blij te zijn dat het kabinet regeldruk wil aanpakken. De brancheorganisatie waardeert het initiatief van het ministerie om de nulmeting te laten uitvoeren. Tegelijkertijd roept BOVAG de regering op ‘om nu de volgende stap te zetten: onderneem snel actie om deze kosten te verlagen en de concurrentiekracht van deze ondernemingen te behouden.’

54.000 euro

Een gemiddelde autodealer, met 18 fte’s en een bedrijfsresultaat van 231.760 euro, is jaarlijks zo’n 54.000 euro kwijt aan de kosten door regels. Dat is 23,3 procent van de winst. ‘Voor het garagebedrijf op de hoek, met vier medewerkers, is deze druk nog veel hoger omdat deze sneller moet uitwijken naar een externe adviseur’, aldus BOVAG.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen sectorspecifieke en sectoroverstijgende regels. Volgens BOVAG zorgen juist de sectorspecifieke verplichtingen voor hoge regeldrukkosten (41 procent van het totaal).

Het gaat bijvoorbeeld om wetgeving rond de opslag van gevaarlijke stoffen en milieubelastende activiteiten. Bedrijven met kleine hoeveelheden gevaarlijke of brandbare stoffen (bijvoorbeeld ruitensproeiervloeistof) vallen onder dezelfde eisen als grote ondernemingen. Dat veroorzaakt volgens BOVAG onduidelijkheid, hoge kosten voor brandwerende opslag en leidt tot verschillende interpretaties door omgevingsdiensten. ‘Een meer proportionele aanpak, waarbij voorschriften aansluiten op de werkelijke omvang en praktijk, zou veel onnodige lasten voorkomen.’

BOVAG pleit voor een sectorspecifiek digitaal ondernemersloket. ‘Met heldere informatie over milieubelastende activiteiten en afvalstromen. Zo ontstaat meer duidelijkheid voor ondernemers en toezichthouders en wordt dubbel werk bij verschillende instanties voorkomen.’

Risico-Inventarisatie & -Evaluatie

Naast die sectorspecifieke knelpunten zijn er regels die het hele mkb raken. Ook daar vraagt BOVAG aandacht voor. Door de kapitaalintensieve aard van autodealers wegen die voor hen extra zwaar. KPMG, dat he tonderzoek heeft uitgevoerd, wijst vooral op de Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E).

‘Deze is onmisbaar voor een veilige werkomgeving, maar de verplichte externe toetsing maakt het proces onnodig complex en tijdrovend’, vindt BOVAG. ‘Europese richtlijnen laten een minder strikte aanpak toe, waardoor een vereenvoudigde RI&E voor mkb-bedrijven met beperkte risico’s én het schrappen van de verplichte externe toetsing – zoals in veel andere EU-landen – realistische alternatieven zijn.’

Benadeeld

De verplichtingen voor mkb-bedrijven zijn nu vaak dezelfde als voor grote ondernemingen. Op voorstel van minister Beljaarts scherpt het kabinet de zogeheten Bedrijfseffectentoets aan. In nieuwe wetten en regels rekening houden met de gevolgen voor ondernemers is daardoor niet meer de uitzondering, maar de norm. Zo gaat voor rapportageverplichtingen voor bedrijven het “nee, tenzij”-principe gelden.

BOVAG denkt dat de Bedrijfseffectentoets uitkomst kan bieden. ‘Deze toets kan en moet worden ingezet voor zowel nieuwe regelgeving als bestaande regels. Het kabinet heeft eerder aangegeven hiermee te willen zorgen voor een lichter regime of uitzonderingen voor mkb.’

BOVAG wijst erop dat autodealers met hun de handel in kapitaalintensieve goederen vaak worden benadeeld doordat ze door de hoge omzet niet onder het mkb worden geschaard. En zodoende moeten ze onterecht voldoen aan regels voor grootbedrijven, aldus de brancheorganisatie.

(foto Tomasz Zajda/AdobeStock)