Nederland weet imago als fietsland goed te verkopen
17-07-24
Dat Nederland een fietsland is, is algemeen bekend. Ons land verdient ook fors aan de export van tweewielers. De uitvoer is de laatste jaren hard gegroeid: in zeven jaar tijd is deze markt meer dan verdubbeld. De totale exportwaarde van de sector groeide van 1,1 miljard euro in 2015 naar 2,37 miljard euro in 2022. In totaal is dat jaar voor 3,24 miljard euro aan fietsen verkocht.
Dat blijkt uit het deze week verschenen rapport Internationaal verdienpotentieel Nederlandse fietsensector. Dat is opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De fietsen gaan voornamelijk naar afnemers binnen de Europese Unie.
Opvallend noemt RVO het grote aandeel van e-bikes. Die waren goed waren voor 56 procent van de markt. E-bikes kostten vorig jaar gemiddeld 2.574 euro. De gemiddelde prijs van een “gewone” nieuwe fiets was 1.815 euro.
Swapfiets
Nederland wordt wereldwijd erkend als autoriteit op het gebied van fietsen. Dat gaat volgens RVO verder dan alleen de productie. Ook geavanceerde mobiliteitsdiensten en het ontwerp van specifieke infrastructuur is over de grens in trek. ‘Voor veel landen is ons land een voorbeeld voor het gebruik van de fiets als een duurzaam en gezond vervoermiddel. Dat dit een maatschappelijke winst is die kan oplopen tot miljoenen euro’s tonen bijvoorbeeld samenwerkingsprojecten tussen Nederlandse en andere Europese steden of initiatieven van jonge Nederlandse bedrijven.’
Die kennisoverdracht blijkt weer een goede voedingsbodem om de Nederlandse fiets in het buitenland te verkopen.
Voorbeelden van innovatieve concepten uit het fietsecosysteem met internationale betekenis zijn Swapfiets, Lease-a-bike en OV-fiets. Alle drie hebben ze op hun eigen manier impact op het fietsgedrag en de maatschappelijke waarde.
Ook mobiliteitsdiensten met fietsen trekken belangstelling in het buitenland. Zoals OV-fiets. (foto Salarko/AdobeStock)