Marc Damen: ‘Ollie was het keerpunt’
16-12-16
In 1987 tienertoerde een 16-jarige puber vanuit Den Bosch naar Rotterdam. Diergaarde Blijdorp was het doel van zijn reis. Aan het einde van die dag begon de droom van Marc Damen: hij ging directeur worden van Blijdorp!
‘Wat me direct fascineerde: wat bezielt nou die mensen om dieren in een dierentuin te houden? Hoe kan je dan ’s avonds thuis zeggen: Ik heb lekker gewerkt? Moordenaars en verkrachters achter tralies, dat kan ik me voorstellen. Maar dieren… Daar wilde ik me in verdiepen.’
Basis voor natuurbescherming
‘Wat daar het resultaat van is? We kunnen alleen maar van iets houden als we het kennen en we gaan alleen iets beschermen als we er van houden. Daarom is het zo belangrijk dat kinderen hier dieren kunnen leren kennen. Dat blijkt dus een basis voor natuurbescherming.’
Denken als een kroonduif
‘En het is aan ons dat de dieren zich in die gevangenschap zo goed mogelijk voelen. Ik heb voor mijn studie Zoötechniek onderzoek gedaan naar het gedrag van kroonduiven. Ja, gewoon hele dagen voor het verblijf observeren. Op een gegeven moment voel je je bijna een kroonduif. Je probeert te denken zoals zij denken. De uitkomst was dat het moeilijk was om het die dieren aangenaam te maken omdat we helemaal niet wisten hoe ze in het wild leven. Dat ben ik toen ook nog gaan onderzoeken. In Papoea Nieuw-Guinea. Uiteindelijk heeft dat onderzoek significant bijgedragen aan het welzijn van die duiven. Daar doe je het voor hè…’
Op het juiste moment een partner
‘Dieren zijn van nature lui. Die zullen nooit voor hun lol calorieën verbranden, zoals wij gaan sporten. Dieren willen een schuilplaats, voedsel en op het juiste moment een partner. In een dierentuin is daar in voorzien. Dat moet je ook beseffen hè, dierentuin-dieren komen al lang niet meer uit het wild. De giraffen in Blijdorp zijn al de twaalfde dierentuin-generatie.’
Hooikoorts en een bril
‘En daarnaast wordt de natuur erg geromantiseerd. Ik heb hooikoorts en een bril, ik zou niet in de natuur kunnen leven. Ieder dier sterft in de natuur een langzame, pijnlijke dood. Als een tijger in een dierentuin ontstoken tandvlees heeft en moeilijk kan eten, malen we z’n kipfilet. In de natuur gaat hij dood van de honger.’
Vriend van Blijdorp
‘Na dat eerste bezoek in 1987 werd ik lid van de Vrienden van Blijdorp. Zo kwam ik in contact met Ton Dorresteijn, die hier toen nét directeur was. Een van mijn eerste vragen was natuurlijk hoe hij dat was geworden. Dus hij zijn carrièrepad uitgelegd. Dat heb ik uiteindelijk heel anders gedaan, maar ik ben hem in 2009 wel opgevolgd.’
Niet juichen na de uitvaart van oma
‘Na mijn studie heb ik nog vijftien jaar elders in de branche gewerkt. Totdat Dorrestein met pensioen ging dus. Die was hier ruim twintig jaar directeur geweest. Het leek me dus niet verstandig om nog een rondje te wachten. Gesolliciteerd en aangenomen! De oma van mijn vrouw was net overleden en na de uitvaart zaten we bij een tante alles een beetje te verwerken toen ik dat bericht kreeg. Dus ik kon niet heel hard juichen…’
Mijn vrouw, in de haaienzaal
‘Mijn vrouw heb ik ook in Blijdorp ontmoet. In november 2000. Op het jaarlijkse congres voor dierentuinpersoneel. In de haaienzaal. Daar zag ik haar… Ze werkt nu als hoofd dierverzorging in de dierentuin van Antwerpen. Wat wij op vakantie doen? Dierentuinen bezoeken! We zijn net terug uit Nieuw-Zeeland. 25 dierentuinen gezien. In totaal heb ik er nu in de hele wereld zo’n 1.200 bezocht.’
Eerst plassen en koffie
‘De mensen komen natuurlijk vooral naar een dierentuin voor de dieren. Ze willen Bokito zien. Of de olifantenfamilie. Maar als ze binnen zijn, willen ze eerst plassen en koffie. Dus als de wc’s niet schoon zijn of de koffie niet lekker, houdt het daar al op. Snap je? Dan kan je het voor de dieren nog zo goed hebben geregeld: als de koffie niet goed is, hebben de bezoekers geen leuke dag.’
Van 5,3 naar 0,8 miljoen subsidie
‘Blijdorp kreeg, toen ik hier kwam, elk jaar 5,3 miljoen euro subsidie. Vooral van de gemeente. Maar die moest bezuinigingen. Werd ik gebeld door wethouder Laan. 6 oktober 2010, ik vergeet het nooit. Dat er over tien minuten een koerier kwam met een brief waarin stond dat die subsidie werd teruggebracht naar 0,8 miljoen. In vijf jaar! Als donderslag bij heldere hemel! Zonder overleg! Dat het moest gebeuren, OK, maar het tempo, die vijf jaar, dat vonden we niet redelijk.’
Nieuwe inkomstenbronnen
‘De afgelopen vijf jaar hebben we het elk jaar moeten doen met een miljoen minder. Maar we begrepen al snel dat we meer moesten doen dan alleen bezuinigen. Als je alles minder gaat doen, kom je in de spiraal naar beneden. Minder te bieden, minder bezoekers, minder inkomsten… We zijn andere inkomstenbronnen gaan aanboren.’
IKEA, dat was wel even wennen
‘Ja, zeker ook het bedrijfsleven. Eneco, Unilever, Rabobank, maar ook veel kleinere ondernemers. Altijd op zoek naar wat je zou kunnen binden in plaats van naar de verschillen. IKEA bijvoorbeeld. Die doen natuurlijk iets totaal anders dan wij, maar ze ontvangen ook veel gezinnen met jonge kinderen. Dan kan je in elk geval van elkaar leren. Ja, dat was soms wel even wennen voor een wetenschappelijk instituut…’
Vrienden, geen contractpartners
‘Maar partijen die er vooral zelf beter van willen worden, dat voelt niet goed. Die willen er dan vooral van alles voor terug. Alles is hier bespreekbaar, maar wel binnen een gezamenlijk doel. En dan werk je als vrienden samen. Geven en nemen. Geen kille, zakelijke overeenkomsten. Dat is altijd wel de grens geweest.’
Koevermans kwam met Blijdorp
‘De samenwerking met Feyenoord en ASR is ook heel belangrijk geweest. Mark Koevermans van Feyenoord heeft dat bedacht. ASR stopte als shirtsponsor van Feyenoord en heeft toen voor de laatste contractmaanden een gebaar gemaakt: op de shirts mocht reclame worden gemaakt voor een goed, Rotterdams doel met nationale uitstraling. Mark kwam toen met Blijdorp.’
‘Ik heb mijn vrouw ontmoet in de haaienzaal'
‘Dat is voor ons een keerpunt geweest. Ook financieel. 140.000 Ollies verkocht. En door al die positieve publiciteit 140.000 bezoekers meer dan het jaar daarvoor. Ongelofelijk! De reclamespot won de Gouden Loekie. Heel Nederland hoorde keer op keer dat we er nog waren. Terwijl daarvoor steeds onze problemen in het nieuws kwamen. Jij gaat met je kinderen niet graag naar een park waar het niet goed gaat. Daar zal het wel niet helemaal in orde zijn…’
Gelukt!!!
‘In 2009/2010 ging het er nog om of we er in 2015 nog wel zouden zijn. En toen bleek vorig jaar dat we het hadden gered. Het was gelukt! Een recordaantal bezoekers, de subsidie terug van 5,3 naar 0,8 miljoen, de omzet gestegen van 25 naar 28 miljoen, ondertussen nog 25 miljoen gevonden om te investeren én zwarte cijfers. Geweldig natuurlijk!’
Tijd voor een nieuw doel
‘Maar de andere kant was: er moest wel een níeuw doel komen! Ik wil op m’n 44e geen directeur zijn van een voortkabbelend bedrijf. En ik heb hier natuurlijk ook een imago opgebouwd. Veel bezuinigd, heel veel nee gezegd…’
Kindje loslaten
‘Zo ging ik ook nadenken over mijn eigen nieuwe doel, of ik dat nog in Blijdorp kon vinden… Ik heb hier zo veel geleerd, zo veel ervaring opgedaan. Contacten met de media, reorganisaties, werken in het publieke domein, een enorm netwerk opgebouwd. Voor mij is het tijd om dat ergens anders te gaan gebruiken. In maart heb ik dat aangekondigd, maar om de overgang goed te laten verlopen, ben ik tot augustus aangebleven. Ik help nog waar ik kan helpen. Maar ik laat mijn kindje los. Met heel veel liefde!’
TEKST: FRANK VIJG
FOTOGRAFIE: JEFFREY DE REGT