KLASSIEKE WARMTE
Bilderberg Parkhotel & Restaurant The Park - Rotterdam
Erik de Wit. Van het honderdjarige Bilderberg Parkhotel in Rotterdam. Hotelier met hart en ziel. Levensgenieter. Gastheer. Handelaar in gelukkige momenten. Boegbeeld met een gulle lach. Verknocht geraakt aan Rotterdam. Nog lang niet klaar. ‘We zijn weer aan het opbouwen!’
Nieuwe chef-kok
Erik de Wit is geen man van lange inleidingen, zeker niet als er weer iets moois gebeurt in zijn hotel: ‘We hebben een nieuwe chef-kok! Zó gepassioneerd in zijn vak. Opleiding in Amerika en in Canada gedaan, daarna op veel plaatsen in Nederland gewerkt. Als je ziet wat die man op je bord legt, een combinatie van wereldkeukens, daar geniet ik van!’
Nog even terug
Toch beginnen we ergens anders. In zijn vorige verhaal in Friends in Business vertelde Erik openhartig over zijn ziekte. Kanker. Met een reeks zware behandelingen. ‘De zon schijnt weer. Voor zover ik weet, ben ik gezond. Ik ga nog wel iedere zes maanden door de scan voor een APK-stickertje. Ja, het is altijd weer even spannend. In de aanloop en in het wachten op de uitslag… Maar ik voel me goed.’
De wederopbouw
Het Bilderberg Parkhotel overleefde, als onderdeel van een grote keten, natuurlijk de coronacrisis. Maar niet zonder zware en soms verdrietige ingrepen in de samenstelling van het team en in de bedrijfsvoering. ‘Nu de business terugkomt, merk je natuurlijk wel dat je hier en daar misgrijpt in het afgeslankte team. Dan moeten we soms nee zeggen, want ik heb liever 50 tevreden gasten dan 70 gasten van wie er 20 ontevreden de deur uitlopen. Maar we bouwen weer, nemen mensen aan, hebben ook in het management weer wat opgeschaald om ervoor te zorgen dat we weer door kunnen met het trainen en begeleiden van nieuwe mensen naar het niveau dat we graag willen.’
Hart op de juiste plaats
‘Ja, wij hebben natuurlijk ook gemerkt dat mensen het in de horeca voor gezien hielden. Mijn ervaring is dat veel mensen met het hart op de juiste plaats voor ons vak toch weer terugkomen. Die gaan het toch missen. Hospitality, gastheerschap, gastvrouwschap. Als je de psychologie erachter een beetje begrijpt, je houdt van de mooie dingen van de tafel, mooie wijn, mooie cocktail, mooi eten, mooi drinken, dat het allemaal met zorg is gemaakt, blijft dat altijd trekken!’
Minder zitvlees, meer mondig
‘We stonden pas nog op een banenmarkt. Opvallend dat er enorm veel belangstelling was voor het kookvak. Koks in opleiding die heel graag het vak in willen. Ja, je ziet wel dat ze mondiger zijn, minder zitvlees hebben, dat ze andere werktijden willen, dat ze niet meer bereid zijn om die idioot lange dagen of werkweken te maken. Dat is op zich een gezonde verandering. De tijden zijn anders. En we moeten ook in onze eigen spiegel kijken. Er zijn ook mensen uit de horeca verdwenen die de onregelmatigheid, de lange werktijden of salarissen niet meer wilden.’
Hospitalityhart
‘Aan de andere kant ben ik nog wel een traditionele hotelier. Ik hou van de klassieke warmte van het hospitalityhart. Dat moet natuurlijk samengaan met centjes verdienen, want het is geen liefdadigheid wat we doen, maar je moet ervoor waken dat de processen en de spreadsheets leidend worden. Dan moet je ook weleens buiten de lijntjes kleuren, een keer excuus vragen aan de aandeelhouders: potverdorie, eigenlijk mocht het niet maar ik heb het wel gedaan, want nu heb ik wel die deal binnen of mensen gelukkig gemaakt waardoor we er een ambassadeur bij hebben voor het hotel.’
CHIO komt logeren
‘We sluiten ook graag aan bij tradities in de stad. Daar is het CHIO een mooi voorbeeld van. Járen achteraan gejaagd. Toen de deal rond was, kwam corona… Nu gaan we gelukkig met elkaar weer een mooie editie doen, eind juni, en logeert een groot deel van de ruiters en begeleiding bij ons. Heel blij mee dat de organisatie voor ons kiest, en het is voor ons fantastische business.’
100 jaar
‘Precies een eeuw geleden kwam er een hotelbestemming op een villa aan de Westersingel 70. Dus dit jaar gaan we vieren dat we 100 jaar bestaan. Nee, haha, ik ben zelf pas 60. Ik zou gerust iets eerder kunnen stoppen, maar ik doe het niet. Als we er nog vijf jaar aan vastplakken, vind ik het prima. Hangt ook een beetje van de aandeelhouders af, hè. Misschien zeggen ze wel: De Wit, het is tijd, ga wat anders doen…’