COLUMN JAN D. SWART: Jan Pronk en Jesse Klaver

28-03-17

Politiek was leuk toen Jan Pronk kogelvrije vesten weigerde en in kakihemd en blootshoofds door de straten van Rwanda liep.
Pronk?
Ik vrees dat Jesse Klaver nog nooit van hem heeft gehoord. De nieuwe groene fantast heeft het met opgestroopte mouwen ook veel te druk om pubers wijs te maken dat als je je gulp van je broek opent, je het geluid van een vlucht ganzen hoort.

Jan Pronk was minister. Hij stapte na Prinsjesdag lijkwit en met een zak dukaten het vliegtuig in en kwam in april bruin en potje los terug. Jan bracht ons ontwikkelingsgeld hoogstpersoonlijk naar de derde wereld.
Overal zag men hem zweten als een otter, in Biafra, Namibië, Gabon, zelfs in Krimpen aan de Lek. Toen had hij met een slok op een paaltje geramd. Maar van Jan konden we ’t hebben.
Nu heb ik op het Binnenhof geen favorieten meer.
Ja, Thieme.
Ik droeg haar foto al op zak toen ze nog aan de Sorbonne in Parijs studeerde. Ze was bloedmooi. In 1992 mocht je dat nog zeggen. In 1992 mocht je ook iemand spuuglelijk vinden. In 1992 wist ik nog heel precies tot hoever ik kon gaan als ik mijn ei kwijt wilde over subsidies, geloof, migratie, dames in politie-uniform, prins Bernhard, Jan Pronk en het geklieder van Karel Appel. Tegenwoordig brand ik nergens mijn vingers meer aan. Ik kijk wel uit.
Paul Wilking moest eens weten.
Wie?
Pistolen Paultje.
Zou meisje Thieme weten dat hij de aartsvader van de Dierenpartij is?
Tijdens de oorlog hoorde hij bij de sabotagegroep-Melchior. Thuis in Amsterdam op z’n plee hingen later de onderscheidingen en in ’t Fust in Rotterdam schepte hij erover op. Bij dierenbeulen schoot hij met z’n Smith & Wesson met ingebouwde haan een paar knieschijven weg. Dwars door z’n broekzak. Daar kon Paul niet mee zitten.
Toen boer Koekoek van de Boerenpartij pony’s liet verhongeren, reed hij naar Bennekom, trok zijn knip en vond een hele zwerm huisvrouwen bereid om de politicus de stuipen op het lijf te jagen.
Kort daarna nam God Boer Koekoek tot zich. De volgende dag reed Paul met zijn auto naar ’t Fust en gaf samen met Rijk de Gooijer, de voorzitter van zijn fanclub, een borrel weg.
Thuis kreeg hij foto’s toegestuurd van lamstralen die een hond hadden opgehangen of een kat verzopen. Met het schuim op z’n mond nam hij daarna simpele maatregelen. Ze kregen thuis bezoek. In 1992 hadden we nog agenten en officieren van justitie die in het kader van ongebreidelde gerechtigheid weigerden om naar  Specsavers te gaan en er is ook nooit één Kamervraag over gesteld. Ook niet als Jan Pronk in Kenya een paar miljoentjes te veel had gepind.
Internet, Facebook, Instagram en Twitter bestonden toen nog niet.
Wat een groot geluk! Nederland was nog een jongensboek, Kuzu ongevaarlijk en er bestond nog geen Klaver, die aan werkend Nederland een hekel heeft.

 

Jan D. Swart is journalist

Meer nieuws