Friends in Business en Emboost: Hand in Hand naar Chelsea
18-02-18
Woensdag 31 januari 2018 reisden 20 Friends in Business Hand in Hand met Emboost naar Londen om de wedstrijd Chelsea-Bournemouth bij te wonen. Netwerken was net werken, met voetbal als doel en middel.
Woensdag 31 januari 2018, Rotterdam The Hague Airport
Schoolreisje
Er kan geen glimlachje af bij de serveerster van Grand Café De Horizon op Rotterdam The Hague Airport, als ik mijn kopje koffie afreken. Toegegeven, ik lachte zelf ook als een boer met kiespijn toen zij zo-even tamelijk verveeld de prijs mededeelde. Drie euro tien.
Ik pak een stoel en roer met een lepeltje in mijn suiker- en melkvrije koffie, maar voor drie euro tien wil ik ten volle waar voor mijn geld. Ondertussen komt de ene Friend na de andere binnendruppelen, stuk voor stuk met een glimlach op het gelaat. Al omschreef EmBoost, het relatie- en marketingbedrijf van Wim Jansen, deze reis tamelijk parmantig als studiereis, het blijft natuurlijk bovenal een schoolreisje. Het leven hakt er dag in dag uit vrolijk op los (kijkt u maar eens naar de gegroefde gezichten van de Friends die aan de koffietafel hebben plaatsgenomen), het kind in ons blijft hunkeren naar het onverwachte dat iedere buitenlandse reis zonder uitzondering herbergt. Daar kan zelfs de humeurige serveerster van Grand Café De Horizon niets aan veranderen.
‘Waar is Frank eigenlijk?’, hoor ik Jan Dirk vragen.
Potje met vet
‘Die Frank die ging me tekeer. Zo ken ik hem helemaal niet!’, lacht Leon Aertgeerts van het gelijknamige bouwbedrijf terwijl hij zijn medereisgenoten handenschuddend afgaat. Iedere keer als de schuifdeuren zich openen draait Jan Dirk zich om, maar zijn “collega maar vooral vriend” Frank Vijg verschijnt vooralsnog niet. Het scenario heeft alles weg van de mystery guest uit een spelshow uit de jaren ’80. Ik zag, ook ten tijde van TV Rijnmond, in Jan Dirk altijd al een Willem Ruis.
‘Zo kende ik Frank nog helemaal niet’, doet Leon een duit in ons zakje, ‘hij wilde bij de security zijn potje gel écht niet inleveren die ijdeltuit!’
Gelach alom.
‘Frank hééft gelijk’, stelt Wim Milder van IT & Telecombedrijf Axoft, nuchter vast. ‘Het gaat om de inhoud, niet om de verpakking.’ Wim blijkt een man van een jaloersmakende parate feitenkennis. Mensen als Wim Milder lezen wél de handbagagevoorschriften die Mitchell Stegers, de reisleider van Emboost, gisteravond nog mailde. Om die reden worden mensen als Wim zelden of nooit verrast bij de security check, iets wat mij nogal eens overkomt.
Om 8:55u verschijnt Frank onder daverend applaus door de automatische schuifdeuren. Hij draagt een modieuze camel jas en lacht zijn lach waarmee hij menig Rijnmonds vrouwenhart veroverde als anchorman van zijn “collega maar vooral vriend” Jan Dirk Stouten AKA Willem Ruis.
‘Frank wat zit je haar speels!’, roept Edwin de Groot van metaalrecyclingbedrijf De Groot Metals.
De Reus van Rotterdam
‘Mag ik?’
‘Ja natuurlijk man. Gezellig.’
Pas naast hem in de bus word ik me niet alleen bewust van het imposante postuur van Jan Dirk gewaar, maar tevens van het feit dat hij me zelden bij mijn voornaam noemt. Hij noemt mij doorgaans man, hetgeen nogal haaks staat op de perceptie van mijn bestaan waarin het kind dagelijks vecht om aandacht.
Met zijn linker ellenboog drukt hij mijn hoofd richting gangpad.
‘Ik begreep dat deze reis het begin moet betekenen van een traditie, Jan Dirk?’
‘Klopt, maar wacht effe man. Kees belt.’
Kees is Kees Jansma dus weet ik mijn plaats. Op 25 juni 2018 vindt in het Oude Luxor Heimwee naar 1988 plaats, een theatervoorstelling waarin teruggekeken zal worden op het Europees Kampioenschap van het Nederlands Elftal. Kees Jansma zal een hoofdrol spelen. Is de organisatie al op de gedachte gekomen om Jan Dirk in de huid van Willem Ruis te laten kruipen? Stel je eens voor, showmaster Jan Dirk samen met Kees Jansma voor de befaamde drie gesloten deuren. Achter deur één staat Arnold Mühren een balletje hoog te houden, achter de tweede zit Ruud Gullit met zijn eigen dreadlockpetje en achter de derde zit Frank Vijg in zijn camel jas gel in zijn haar te wrijven….”HIJ GAAT VOOR DEUR NUMMER TWEE…. WEET JE HET ZEKER….WEET JE HET ÉCHT HÉÉL ZEKER KEES?!”.
Ondanks het feit dat Jan Dirk mij in een uiterst oncomfortabele houding dwingt, krijg ik toch mee dat hij tegen de 80 uur per week werkt, dat hij desondanks nog nooit zo gelukkig is geweest, dat hij wat meer zou moeten sporten (“maar ik wandel graag”), dat ik blijkbaar eerdaags een boek ga schrijven (“maar dat hoor je nog”) en dat hij nog nooit op Stamford Bridge, het stadion van Chelsea, is geweest.
‘Is toch leuk man, dit?’
Jan Dirk is weer kind en ik hoop voor even zijn beste vriend te mogen zijn. Vriendjes die Potje Met Vet zingen en dan naar Frank wijzen, vriendjes die samen limonade van de VIVO drinken en die zich verstoppen onder de banken als de bus bij school terugkeert omdat onze ouders dan denken dat de bus leeg is. Lachen.
Speech
‘Nou hier links zien jullie de London Bridge. Wereldberoemd natuurlijk. Ik zal jullie regelmatig wijzen op beroemde gebouwen hier in het centrum van Londen.’
Aan het woord is reisleider Mitchell. Hij heeft de microfoon in zijn linkerhand en in zijn rechter houdt hij met speels gemak zijn smartphone vast waarover zijn duim vliegensvlug op zoek is naar toeristische informatie over Londen.
‘Geef mij eens’, zegt een vilein lachende Jan Dirk die bliksemsnel de microfoon van Mitchell overneemt waarbij het microfoonsnoer mij nog verder, namelijk overdwars over de keel, in het nauw dringt. Jan Dirk heet de gasten welkom en introduceert mij en passant als de Blogger van deze reis, “dus wees voorzichtig als jullie hem spreken”. Gelach in de bus.
‘Hey Spookrijdert, wil jij heel even ergens anders zitten? Ik moet Jan Dirk spreken’, zegt Frank Vijg die me meteen verlost van het microfoonsnoer en van mijn beste vriend-voor-even.
Q
Ik kom naast Friend Leon van Vive te zitten. Leon is directeur van ViveLeDon, zo’n firmanaam die mij direct doet watertanden (directe associatie: ondernemer Don Leon doet alleen zaken met mensen die bereid zijn zijn zegelring te kussen).
Leon legt uit: ‘Wij zijn gespecialiseerd in creatieve relatiegeschenken, ik ben altijd op zoek naar gadgets.’ Zijn ogen beginnen te glinsteren als hij verhaalt over de beurzen die hij wereldwijd bezoekt. Ik krijg een enorme energyboost van dergelijke ondernemers die stuk voor stuk met passie en vuur over hun bedrijf en branche spreken. Het leven van Leon van Vive draait om gadgets, ik ben ervan overtuigd dat zijn leven een feest is.
Bij nader inzien heeft bij meer weg van Q, de illustere technische rechterhand van James Bond, dan van Don Corleone. We komen dieper en dieper in Londen. Ik geniet.
‘Zo. Hier stoppen we mensen. We zijn op Lancaster Road, voor de deur van het Museum of Brands, Packaging & Advertising. Pas op bij het uitstappen.’
Ik voel de behoefte iets te vinden.
Studiereis
Met het Museum of Brands, Packaging & Advertising heeft initiator en meesterverzamelaar Robert Opie getracht zo veel mogelijk artikelen tentoon te stellen die een indruk moeten geven van de ontwikkeling van producten en verpakkingen uit de laatste eeuw. Het valt op dat een groot deel van de Friends na de inspiratieloze speech van een nerveus ogende museumgids meteen naar de vitrines trekt waar de whisky geëtaleerd staat.
Wim Milder en Michael Arbman van Bytesnet tasten elkaars kennis af door onmiddellijk alle scheidkundige details van whisky uit te wisselen. Ik vermoed een wedstrijdje ver plassen, maar zij blijken ooit dezelfde whiskyproeverij te hebben bezocht in Ierland (“dat méén je niet?”), waarmee de weg is vrijgemaakt om elkaar nader te leren kennen. Zoals ik al zei, netwerken is net werken.
Het is verbluffend wat zij aan parate kennis op weten te hoesten van een sterke drank die ik, melancholische oen, slechts tot mij neem als ik mijn somberheid extra kracht wil bijzetten na het zien van een Franse arthouse movie. Zo’n vrolijke film waarin de zwijgende hoofdrolspeler met een identiteitsprobleem een kwartier lang naar zijn zieke koe staart.
Bij een etalage met posters van de Sex Pistols en The Clash raak ik verder in gesprek met Wim en Michael. De wangen van beide ondernemers verkleuren als we terug gaan naar de tijd van U2, Simple Minds, the Cure, Madness en The Specials. Ondertussen spookt het lied Let’s all drink to the death of a clown van The Kinks door mijn hoofd.
De nostalgie is aan de winnende hand, omdat het museum een teletijdmachine blijkt. Professor Barabas brengt ons terug naar de spanning van het eerste biertje, de eerste brommer (“had jij een Puch of een Kreidler?”) en het eerste sigaretje om indruk te maken op de mooiste meisjes van de klas.
‘Zo het is tijd om te gaan lunchen’, brengt Mitchell ons terug in de huidige tijd waarin de verpakking belangrijker is geworden dan het product zelf.
‘Mooi. Het studiegedeelte zit erop’, grapt John Weerman namens het hele gezelschap. Ik zou hem als directeur van de Vraagbaakgroep graag een vraag willen stellen, maar John lijkt me zo’n ondernemer die door geen enkele vraag uit het veld kan worden geslagen.
Restaurant Demartino
Op de Great Portland Street bevindt zich het Italiaanse Restaurant Demartino. We worden vriendelijk welkom geheten door het personeel dat ons naar een aparte ruimte beneden dirigeert. De wanden van het restaurant zijn voorzien van zwartwit foto’s met lachende en proostende Italianen. We moeten op onze qui vive zijn. Zelfs Vive Don Leon.
We doen ons tegoed aan een heerlijke Roceno Grecanico Sibiliana – een jonge frisse witte wijn. Ik weet me in goed gezelschap van twee Wimmen: Milder links en Jansen rechts. Tegenover mij zitten Jan Dirk, Frank en Leon Aertgeerts die Frank nogmaals complimenteert met zijn voortreffelijke haardracht.
Een dorstige Edwin de Groot proost vanaf de kop van de tafel. Klinkende glazen, lachende gezichten, een arm om een schouder, een bulderlach.
Edwin neemt een slok en wendt zijn hoofd in de richting van zijn tafelgenoten. De diepe groeven in zijn gelaat verraden onmiskenbaar het lot van een metaalhandelaar. Hij lacht. Knikt. Zwijgt. Ik ken ze, ik voel ze, ik snap ze, die metaalhandelaren. Ze kijken katten uit bomen met het geduld van een roofvogel. Zij aarzelen nooit. Zij bepalen. Zij kennen geen zwaktes. Zij lachen graag maar slapen slecht. Ze zijn overal en nergens op hun plaats of gemak. Ik ben er zelf ook een.
Het gesprek aan ons deel van de tafel gaat over cybercrime. Van het aantal blunders dat IT-specialist Michael Arbman droogjes en moeiteloos opsomt (dat ik een 100% score haal, houd ik fijntjes achterwege) maakt Frank handig gebruik als hij tussen voor- en hoofdgerecht het woord voert. Daarna maakt hij een bruggetje van het Museum of Brands, Packaging & Advertising naar de maatschappelijke en persoonlijke transitie die, in de ogen van hoogleraar en zelfverklaard scientivist Jan Rotmans, onafwendbaar is. Zelf mocht ik een artikel schrijven over diens boekpresentatie in Theater Walhalla – een avond die vandaag, gezeten aan de tafel in Restaurant Demartino in hartje Londen, nóg nagalmt.
Jan Dirk is naast Frank komen staan. Er volgt een boeiende een-twee tussen de twee collega’s (maar vooral vrienden) over de transitie in de wereld van de media en communicatie. Benadrukt wordt dat de verhalen in het Friends in Business magazine en op het online-platform vooral geloofwaardig moeten zijn en geen derderangs advertorials die niemand leest. Zelf nieuws maken, is het devies. Ik knik totdat ik er pijn in mijn nek van krijg. Ik zou iedere ondernemer aan deze tafel willen interviewen. Nu. Meteen. Kaarten op tafel, onderste stenen boven. Juist die onderste.
Tot slot wordt het nauwe samenwerkingsverband met Emboost van Wim Jansen besproken.
Wim Jansen is een vriend, stellen Jan Dirk en Frank vast. Dezelfde Wim zit even later naast me. In de bus die onderweg is van Demartino naar Stamford Bridge.
De lat van Wim
‘Beleving!’, antwoordt Wim resoluut op mijn vraag waarom mensen gewoon mee zouden moeten met een schoolreisje dat Emboost verzorgt. Op het zelfde moment worden we ingehaald door een zwarte London Cab op wiens portier DRIVEN BY QUALITY geschreven staat. Wim ziet het niet, want hij kijkt me nu strak aan: ‘Het moet gewoon klóppen als wij iets organiseren. Alles ja! En ‘t liefst áchter de schermen, snap je?’
Weer word ik geraakt door de hartstocht waarmee dit keer Wim spreekt. Het is de rode draad die de 20 ondernemers aan elkaar verbindt. Friends zullen vrienden worden bij de schoolreizen die Emboost met Friends in Business zal gaan organiseren. De drempel ligt laag, de lat ligt hoog. Wim legt me uit welke valkuilen er schuil gegaan achter de deuren van een studiereis annex schoolreis annex voetbalreis annex netwerkreis.
‘Zo moet Leon Aertgeerts morgenochtend eerder terugvliegen vanwege een meeting. Er is vooralsnog geen vroegere ticket te krijgen op Rotterdam Airport en tóch móet dit gebeuren. Zonder dat Leon dat in de gaten heeft uiteraard.’
‘Hoe ver gaat dat Wim?’
‘Kijk eens zojuist op London City Airport….dat kán natuurlijk niet….’
‘Wat niet?’
‘Dat jullie vijf minuten op die bus moesten wachten. Kan niet. Daar wordt nog over gebeld, reken maar….hé kijk eens…. we zijn er al…’
Stamford Bridge
We zitten in de Copthorne Lounge in of aan Stamford Bridge, het uit 1876 daterende stadion van Chelsea FC dat 41.631 plaatsen telt.
John Weerman verzucht:
‘Deze ruimte kan wel wat gezelliger Wim. Die verlichting… ik bedoel, bij mijn tandarts is het gezelliger!’
De sfeer is er niet minder om. Wim grijnst. Zijn hoofd is één kritische noot rijker. Een oplossing is al in de maak, zoals de vroegere terugreis voor Leon Aertgeerts intussen ook al geregeld blijkt.
We proosten. De toon van de gesprekken wordt luchtiger: we praten over voetbal. Wat is houdbaarheidsdatum van Gio? Wat is het nut van Danny Blind? Waar leerde Ronald Koeman Engels? En bovenal: wat doet Feyenoord in de kwartfinale voor de KNVB beker tegen PSV? Beide wedstrijden beginnen vanavond gelijktijdig.
Plots word ik overvallen door ballen in mijn buik. Ze zijn roodwit gekleurd. Feyenoordballen. Feyenoord is de zegening en de vloek. De redding en de val.
‘Biertje? Lekker man!’
Wim noemt me nu ook al man. Hij klinkt als René van der Gijp. Iemand die antwoord geeft op zijn eigen vraag.
Kennis
Ik plas. Op chique, dat dan weer wel. We bevinden ons immers nog altijd in de Colthorn Lounge en de blazen moeten van overtollig bier worden verlost. Naast me staat de goedlachse Marco Horneman van BeGlobal Promotions. Hij is naast Wim Milder en Michael Arbman die man die vandaag de meeste indruk maakte in de officieuze wedstrijd “parate algemene kennis”. Het zijn de mensen die dagelijks het Financiële Dagblad lezen en ’s avonds National Geographic kijken. Ik ben meer van de Donald Duck en Voetbal Inside, hetgeen mijn verbaasde wenkbrauwen moge verklaren toen mijn naamgenoot het vanochtend op Rotterdam Airport had over “leuk dingetje, dat Embraertje, van British Airways”.
En nu, tijdens het afknijpen en uitschudden van het lid, wil ik hem verrassen met wat parate algemene kennis mijnerzijds, maar niets wil me te binnen schieten. Alle kennis die ik in 48 levensjaren heb vergaard (het citeren van dichtregels uit liedjes die niemand kent) vatte Bob Dylan in 1964 al treffend samen als useless and pointless knowledge.
‘Kom we gaan naar het veld’, zegt mijn naamgenoot. Ik volg hem als een slaafse hond. Niemand heeft iets aan mij. Het is nog treuriger: ik heb zelfs niets aan mezelf.
‘Laten we proosten op de dood van een clown’, denk ik hardop.
Voetbalsupporters
Twee bier drinkende supporters kijken mij verbaasd aan terwijl zij nota bene zélf met een opzichtig kunstbeen rondlopen. Een troosteloze dame op leeftijd met overgewicht morst bier over haar Chelseashirt. Eén boventand zit los. Een pukkelige jongen laat een wind vlak voor de deur van Franky’s, recht tegenover de monumentale stenen wand die The Shed Wall wordt genoemd. Op de muur prijken afbeeldingen van sterren die in het roemruchte verleden clubkleuren van Chelsea hebben verdedigd. De stemming is opperbest. Alles ademt voetbal, alles ademt Chelsea, alles ademt bier. Wij ruiken onszelf.
‘Lekker man dit’, zegt Wim Jansen op zijn Gijps als hij mijn schouder beetpakt en we het eerbetoon aan Jimmy Floyd Hasselbaink passeren.
‘Frank, wat zit je haar goed man!’
Leon Aertgeerts laat een bulderlach volgen op zijn eigen grap.
‘Hey jij past niet Jan Dirk hahaha!’, roept Edwin de Groot tegen de rug van Jan Dirk die inderdaad vast lijkt te zitten in de tourniquet van de tribunes aan de West Stand Lower van Stamford Bridge. Ik moet zo lachen dat ik, mede veroorzaakt door de kille avondwit, al weer een plas voel aankomen. Ongewild denk ik meteen aan “het Embraertje” van Marco Horneman. Ik heb nog altijd geen idee wat of wie hij ermee bedoelde.
We zitten.
Onze vrouwen en Shakespeare
Vanaf Block 1, Rij 19, Stoel 020, wordt het zicht op het prachtige veld ontnomen door Jan Dirk die twee rijen voor ons is gaan staan. ‘Gaat ie weer hoor’, zegt Leon Aertgeerts, ‘hey zitten Stouten!’
Jan Dirk draait zich lachend om. Hij kan de ontstane consternatie ook niet helpen – die wordt veroorzaakt door de enige vrouwen van het gezelschap, te weten Evelien van Bokkel (Friends in Business) en Lisette Eijgelsheim (Rotterdam Topsport). Ze zijn om plastechnische redenen later in Block 1 gearriveerd waardoor heel Rij 17 nogal geïrriteerd moest opstaan hetgeen ons op een algemeen “oh for fuck sake not again!”, afkomstig van onze Britse achterburen op Rij 20, kwam te staan.
“There is nothing either good or bad, but thinking makes it so”, schreef William Shakespeare in 1600, maar die wijsheid heeft vanavond geen enkele waarde. Dit is de poëzie van een Londens voetbalstadion.
Evelien en Lisette kiezen eieren voor hun geld en zullen de hele wedstrijd om verklaarbare redenen van het strijdtoneel verdwenen zijn.
De wedstrijden
Als arbiter Lee Probert fluit ter aanvang van de wedstrijd Chelsea-Bournemouth, bevinden in alle eerlijkheid 20 voetbalhoofden en -harten zich hemelsbreed 320 km oostwaarts, om precies in De Kuip waar scheidsrechter Pol van Boekel gelijktijdig Feyenoord-PSV inluidt.
Na 3 minuten voetballen meldt Wim Milder al de 1-0 van Sam Larsson. Ik ben al tijden gewend om positief Feyenoord nieuws te onderwerpen aan een check-check-dubbelcheck controle. Feyenoord is in staat om een gewonnen wedstrijd in de samenvatting alsnog te verliezen.
‘Echt Wim?’
‘Ja n’tuurlijk! Zeg ik toch?’
Het filmpje van de goal dat mijn vrouw mij vanuit Rotterdam-Oost appt kan ik niet openen.
Negentig minuten later heeft Feyenoord de halve finales gehaald en druipt Chelsea na de 0-3 nederlaag met de staart tussen de benen het veld af. Toch bleven de fans onverminderd de Blues toezingen hetgeen mij den diepste ontroerde omdat het me deed denken aan de granieten trouw die Feyenoordsupporters zo kenschetst.
Ik moet plassen en betrap mezelf erop dat ik in de menigte Marco “Embraertje” Horneman zoek.
Donderdag 1 februari 2018, London City Airport
Vriendschap
Om mijn gedachten en notities te ordenen (paniek alom zo-even aan de balie van British Airways toen mijn zo onschuldig bedoeld verzoek om naast Evelien van Bokkel te kunnen zitten resulteerde in een complete system breakdown van British Airways met een foutief geprinte boarding pass voor Evelien Hendriks en Marco van Bokkel als toetje), heb ik me van het reisgezelschap afgezonderd bij de gate die een vlucht naar Aberdeen belooft.
De opmerkingen die ik mijn notitieboekje na afloop van de voetbalwedstrijd heb toevertrouwd zijn nauwelijks ontcijferbaar. Alsof een dronken huisarts het op een akkoordje heeft gegooid met een verstrooide notaris:
JD 48 jaar. Franky’s. Biertje gevraagd, niets gekregen. Frank Portugal. Ontslakken. Witte boterham. Hagelslag? Remko zaalvoetbal Sevilla. Rookt. Leon. Gladiator Maas. Boksgala Cruisterminal. Kind! Kamer 1316. Come Gone. Sonny Rollins. Mooi.
Sommige flarden heb ik half doorgestreept, enkele woorden heb ik omcirkeld: Peter Osgood, gel Frank, Duke Ellington. Gezeten bij de gate voor de vlucht naar Aberdeen heb ik geen idee wat ik ermee heb bedoeld. De samenhang ontbreekt. Enkele uitroeptekens duiden echter op urgentie.
Op een recyclingcongres in Singapore volgde ik enkele jaren geleden een lezing van een Amerikaanse ondernemer die sprak over de noodzakelijkheid van vriendschap in de zakenwereld. Zijn redevoering had de bevlogenheid van een priester. Hij had gelijk. De commitment die twee partijen met elkaar gaan heeft zo veel financiële en juridische implicaties, dat er in de basis sprake van trouw moet zijn. In sleutelwoorden als vertrouwen en betrouwbaarheid ligt het woord trouw verankerd. Gooi die begrippen in een hoge hoed en er komt vriendschap uit.
Ik dacht aan Wim Jansen. Aangezien hij nog enkele dagen in Londen blijft (op zijn Gijps heette het “ander hotelletje, Ubertje d’r heen, lekker man!”), namen we vanochtend na het ontbijt afscheid van elkaar. Het was handpalm op handpalm, borstbeen op borstbeen. Zoals vrienden doen.
Ik dacht aan showmaster Jan Dirk Stouten (“EN PIERRE, WAT HEBBEN ZIJ NÍET?!”) en aan het potje gel van Frank Vijg en ik bedacht dat de organisatoren van deze reis gelijk hadden. Dat vriendschappen inderdáád binnen 24 uur gesmeed kunnen worden, zolang het vizier maar open staat en de ziel ontvankelijk is.
De verscheidenheid aan mensen was fascinerend deze trip. De argeloze. De uitgebalanceerde. De spitsvondige. De alwetende. De linkse directe. De ongeduldige. De dienstbare. De lachende derde. Noem het een schoolreis, noem het een studiereis. Misschien is het uiteindelijk een reis naar onszelf.
Ondernemers zijn net mensen. Ze zoeken elkaar op om in de meest letterlijke zin wijzer van elkaar te worden, om van elkaar te leren, om te sparren, om met elkaar te proosten, om elkaar een spiegel voor te houden.
Wat maakt een Friend in Business nu een vriend?
Deze schoolreisjes worden georganiseerd om ondernemers eraan te herinneren dat de wereld niet alleen draait om marketingstrategieën, winstgroei en omzetprognoses. Friends in Business en Emboost verleggen de nadruk op beleving, vriendschap en vertrouwen. Zo worden schoolreisjes netwerkreizen en andersom. Waarom?
Zodat vrienden zaken kunnen doen. Hand in Hand.