De vader, de dochter en het heilige feest (2)

23-09-16

Alfred Möller en Jolique Möller – vader en dochter – twee generaties Rotterdamse ondernemers – gevestigde orde en stormachtig talent – autoschadeherstel en social media –
traditionele business en nieuwe business – allebei op zoek naar nieuwe kansen – op het heilige feest van het ondernemen – in een veranderende wereld
Een serie stevige gesprekken -uit het leven gegrepen.

Jolique: Restaurant Fitzgerald. Hier komen we graag. Danny Gozalez is een geweldige gastheer.
 

Alfred: En een ondernemer met een droom die er helemaal voor gaat. Daar hou ik van. Geweldige keuken, mooie wijnen. Dus hier laten we Friends in Business graag kennis mee maken.

 

Jolique: Daar word jij gelukkig van, hè. Mensen bij elkaar brengen.
 

Alfred: Nou, ik help graag jonge ondernemers om hun profiel op te bouwen. Kijk maar hoe jij dat doet. Lezingen, tv, radio, je staat in bladen. Dat helpt om ergens binnen te komen.
 

Jolique: Hoe heb je dat zelf eigenlijk gedaan?
 

Alfred: Ik ben begonnen in die kippenschuur, hè. Maar ik wilde natuurlijk al snel een behoorlijk bedrijfspand. Alleen, het pand dat ik kocht was veel te groot, ik had een klantengroep waar geen continuïteit in zat, wij hadden een te duur huis en je moeder bleek plotseling zwanger waardoor haar inkomen weg viel. Er  móest dus geld worden verdiend. Dinsdag was mijn acquisitiedag. Ik stond toen nog zelf te spuiten. Dus op maandagavond tot bloedens toe m’n handen schoon boenen zodat ik netjes op pad kon.

Ik werkte in die tijd voor autohandelaren. Daar kon ik echt geen droog brood aan verdienen. Dus ik wilde om die handelaren heen, naar de verzekeraars en de fleetowners. Nou, daar zat ik dan: babyface, 21 jaar, in een C&A-pak en een diplomatenkoffertje met niks er in. En maar wachten om bij de directie aan tafel te komen. Vastbesloten om net zo vaak terug te komen tot ik een keer naar binnen mocht. Helemaal uit m’n comfortzone. Vier keer voor Jan Lul zitten wachten tot ik twee minuten tijd kreeg. En uiteindelijk werkte het. Als je zo vaak bent geweest en steeds blijft terug komen, gaat zo iemand denken: ‘Ik kan er niets mee, maar jij hebt je zo laten schoppen en slaan om met mij te praten, kan ik iets voor je doen? De gunfactor!'
 

Jolique: Dan leg ik ook maar een beginnersfoutje op tafel. Ik had een heel grote opdracht binnen. Maar ze hadden niet echt haast om te betalen. En ik maar denken: “Het komt wel goed.” Druk met alles, maar niet met m’n cashflow. Maar het kwam niet goed. Ik heb privé moeten bijpassen om m’n personeel te betalen. En te stoer om het tegen je te vertellen natuurlijk…

Alfred: Toch zie ik je daar graag, buiten je comfortzone. Juist daar ontdek je waar je werkelijk toe in staat bent. En dit gaat je in je hele carrière niet meer overkomen.

Jolique: Jij bent daar wel heftig in. Wij zijn het wel gewend, kunnen het filteren, maar anderen krijgen daar echt last van hoor.
 

Alfred: Ja, ik kan wel elke keer zeggen dat het allemaal meevalt. Maar dat kan ik gewoon niet. Het valt namelijk vaak niet mee. Duidelijkheid helpt beter dan doodknuffelen.
 

Jolique (tegen interviewer Frank Vijg): Elke donderdag lunch ik met m’n vader. Samen met m’n compagnon Michael van Lier. Dan nemen we de zaken door. Onze problemen, onze pijn. Wat vind hij als oude man?
 

Alfred: Ja, wrijf het er nog een keer in…
 

Jolique: We zitten in een start-up. Nu gelukkig wel in een fase dat we geld verdienen, maar we willen sneller groeien. Daar hebben we groeikapitaal voor nodig. Dus wij op zoek naar een investeerder. Dat is in ons wereldje de vanzelfsprekende weg. We waren trots dat best veel mensen hun interesse in ons bedrijf toonden. Tot m’n vader opeens vroeg: “Waarom zou je nu al verwateren? En je haalt een bemoeial binnen, terwijl jullie zelf heel goed weten waar je heen wilt. Waarom ga je niet naar een bank?” Haha, een bank, daar hadden we helemaal niet bij stil gestaan.
 

Alfred: Dat beeld van die banken is in het MKB heel donker. Ze kunnen niets meer, ze willen niets meer, die perceptie. De jongere generatie dénkt dus niet eens meer aan banken en dat is niet altijd terecht.
 

Jolique: Binnen vier dagen hadden we een goed gesprek met de juiste mensen en daarna volgde snel de uitnodiging voor een pitch. Wij hebben gewoon een geweldig concept, met een bewezen businessmodel en supergoede groei. En ze kijken natuurlijk ook gewoon naar ons, of er een goede kop op zit…        

Dat heb ik inmiddels wél geleerd. Ondernemen is soms dromen, maar onderaan de streep moet het wel uit kunnen. Ik kom vaak mensen tegen met geweldige ideeën. Van die gasten van de TU Delft bijvoorbeeld. Die halen met hun goede plannen vaak veel geld op. Maar als ik dan vraag of ze al wat hebben verdiend, kijken ze me aan alsof ze water zien branden…

 

TEKST: FRANK VIJG
FOTOGRAFIE: JEFFREY DE REGT

 

Meer nieuws