De kleurenprinses van Pernis
19-06-15
Ditty Ketting (1952) is in Nederland de meest intrigerende kleurenschilder. Ook internationaal krijgt zij steeds meer waardering. In 2014 had zij haar eerste tentoonstelling in de Verenigde Staten, in the Suburban in Chicago. Tot 27 juni exposeerde zij voor de tweede keer in de Londense Rocket Gallery. Haar werk ken ik al twintig jaar, maar ik had er nog nooit over geschreven. De directe aanleiding om dat nu wel te doen, waren twee fenomenale kleurschilderijen in de Oude Doelen in Gorinchem, een van de locaties van het Symposion. De stralingskracht die zij met acrylverf in haar kleuren realiseert, is indrukwekkend.
Ditty Ketting is geboren in Pernis en woont er nog steeds met haar man Aart, die eigenaar is van een schrootbedrijf. Haar atelier bevindt zich in hun tuinhuis, een cleane ruimte die er uitziet als een laboratorium. Daar ontstaan haar schilderijen procesmatig. Dat is een fascinerend gebeuren. ‘In mijn werk is kleur allesomvattend’, zegt Ditty. Dat is al decennia het geval. Ze vertelde mij onlangs dat zij in de eerste jaren na de academie nauwelijks kleur aanbracht in haar schilderijen. ‘Ik was er bang voor.’ Op de een of andere manier is dat een verklaring voor de wijze waarop zij zich van de kleur heeft meester gemaakt. Haar werk is (ook) bezwering van gevaren. Dat is sinds de rotstekeningen in de grotten van Altamira een aspect van beeldende kunst. Doordat de mens in staat was wilde dieren uit te beelden, kreeg hij macht over hen. Door de kleur op haar systematische en geconcentreerde manier aan te pakken, neutraliseert Ditty Ketting zijn gevaren. Onder andere het gevaar van de esthetica dat elke kleurenschilder bedreigt.
Kleurencirkel
Ditty werkt met een spectrum van veertien kleuren die steeds in een bepaalde samenhang terugkeren. Haar kleurencirkel begint bij lichtgeel, gaat over oranjerood, violet, blauw en eindigt bij groengeel. Zij mengt de verf rechtstreeks uit de tube, de mengeigenschap van de verfkleur is de basis van de kleurordening. De werken zijn opgebouwd uit verticale banen, waarin de verf egaal en strak op het linnen wordt aangebracht in vier tot zes dunne lagen. Bijzonder vind ik dat zij in staat is met acryl tot zulke uitnemende resultaten te komen. Ik ben niet gesteld op acryl, maar Ditty poetst die weerzin simpel weg. Het werk ontstaat in uiterste concentratie, het is schilderkundig vakmanschap in optima forma. Een punt is wel dat drift, creatieve woede, ontbreekt. Inspiratie maakt plaats voor systematiek, voor een haast wetenschappelijke aanpak. Vrijwel altijd is dat in de kunst niet voldoende. Alleen de groten stijgen boven de kritische norm uit. Ik denk dan niet zozeer aan Mondriaan, maar aan wereldkunstenaars als Josef Albers en Richard Paul Lohse. Bij hen leidt systematische kleuropbouw tot hoge kunst. Ik denk dat dit ook bij Ditty Ketting het geval is.
Zonder dat ik daar bewust naar streefde, volgde ik de ontwikkeling van haar werk doordat ik regelmatig de MK-galerie aan de Witte de Withstraat bezocht. MK was een van de beste Rotterdamse galeries van de afgelopen decennia. In 2011 kwam daaraan een abrupt einde door een noodlottig auto-ongeval van de galeriehouders Emmo Grofsmid en Karmin Kartowikromo. ‘Ik heb veel verdriet gehad door dat gevoelige verlies. Emmo en Karwin waren deskundig, hadden gevoel voor kwaliteit en waren heel fijne mensen. De galerie bestond bijna twintig jaar. Ik heb er vaak geëxposeerd’, zegt Ditty. Zij toont nu haar werk bij Nouvelles Images in Den Haag.
In 2000 bestonden haar schilderijen uit verticale kleurbanen zonder nadrukkelijke afscheiding. Dan is er in feite geen sprake van vorm. Daarna is zij verticale lijnen gaan aanbrengen en de laatste jaren ook horizontale. Daardoor bevindt de kleur zich als het ware achter een raster van lijnen, een curieuze gevangenis. De kleur waar Ditty ooit bang voor was, kan niet meer ontsnappen.
Tekst: Jan Donia
Fotografie: Bob Goedewaagen, Marja Sonneveld
Untitled, 394, 96 x 256 cm, acryl op linnen, 2013. Dit werk wordt getoond tijdens het Symposion in de Oude Doelen, Molenstraat 32, Gorinchem.