COLUMN JAN D. SWART: De quote als geluidshinder
14-06-17
Elke quote van een sporter na afloop van een prestatie heb ik altijd een belediging voor de intelligentie gevonden. Beledigend voor de vragensteller, beledigend voor de kijker en een gruwel voor de sporter zelf, want een tong kan alleen maar verzieken wat een heel lichaam heeft gepresteerd.
Eigenlijk zijn interviews met sporters alleen leuk als ze nijdig iedereen voor rotte vis uitmaken. Of als ze gaan staan janken. Alle andere geluiden zijn zonde van de tijd. Bovendien kosten ze klauwen met geld. Meestal gemeenschapsgeld, zodat staatssecretaris Sander Dekker er goed aan heeft gedaan om het Centraal Plan Bureau te laten doorberekenen hoeveel nutteloos gelul er via de tv en radio over ons wordt uitgestort. Geldt voor andere praatprogramma’s ook. Het mag dan een rare kakker zijn, die Dekker, maar soms heb je iemand nodig die zelf ook niet kan praten om bewezen te krijgen hoe erg die martelgang is.
Er bestaan voor sporters cursussen om voor de camera het ergste te voorkomen. De kindjes leren er mimieken en foefjes om zich intelligenter voor te doen dan ze zijn. Na afloop van de wedstrijden worden ze door ingehuurde docentjes met een sleutel in hun rug opgewonden en tot aan de microfoon begeleid. Ook weggegooid geld, want ze kunnen maximaal één ingestudeerde zin onthouden. Die is trouwens ook niet om aan te horen. Ingefluisterde taal is neptaal.
Fenomenen als Henk Schouten en Cor van der Gijp is die onzin allemaal bespaard gebleven. Hun oeuvre bestond uit het scoren van doelpunten en verder geen gezeik. Hoe ze dat deden, met links of met rechts, wel of niet met curve, en wat er onder die omstandigheid gevoelig door hun heenging, geen journalist die zelfs maar op het idee kwam om het hun na afloop te laten verklaren. Sportverslaggevers hadden vroeger wel wat anders aan hun hoofd. Vooral de jenever in de bestuurskamer.
De geheimzinnigheid rond oude topsporters is zodoende keurig overeind gebleven en daarmee de romantiek. Televisie heeft die ontwikkeling onbarmhartig ten kwade beïnvloed. Ruud Krol (Ajax) was ooit een recordinternational, maar het zweet brak je uit als hij iets ging zeggen. Als voetballer is iedereen hem vergeten, maar als hakkelaar niet. Doodzonde.
Eens te meer omdat niet één quote iets toevoegt aan een gebeurtenis die we met eigen ogen hebben kunnen zien. Zelfs als Eljero George Rinaldo Elia foutloos in een prettig humeur en ook nog als ladykiller een maandje of vijf vooruit kijkt naar de Champions League is dat zonder zijn schuld per saldo allemaal slap geouwehoer. Kappen daarom met die sportquotes. Het is geluidshinder.
Jan D. Swart is journalist