Beschermheer van Zuid
30-09-15
Marco Pastors vindt zichzelf een bevoorrecht mens. Pim Fortuyn, die hem ooit het duwtje richting de politiek gaf, zou de missie als “a hell of a job” hebben omschreven. Dat is het ook, erkent Pastors. Zo urgent zijn de zorgen aan de zuidzijde van de Maas. ‘Juist daarom is het zo mooi om met dit probleemdeel van de stad aan de gang te gaan. Het moet, nee, het wórdt beter’, zegt de directeur van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ).
Hij is geen zweverig persoon. Dat merk je aan alles. Maar zie daar. Geconfronteerd met een persoonlijke vraag krijgen we een antwoord met diepgang. De vraag gaat over een mijlpaal in september: zijn vijftigste verjaardag. Kunnen we stellen dat u op deze leeftijd via vele omzwervingen op de plek terecht bent gekomen waar u als persoon het best past? Een lach. Een stilte. Een antwoord: ‘Mijn grote drive op aarde is dat ik iets wil doen wat de moeite waard is. Wat ertoe doet. Je kunt inderdaad stellen dat ik die drive nu optimaal kan inzetten voor een prachtproject. Als ik mag kiezen tussen geld en maatschappelijk resultaat, kies ik altijd dat laatste.’
Hij lijkt zich opeens zeer bewust van zijn woorden. Zei hij dit? Ja dus. Een toevoeging kan geen kwaad. ‘Ik wil mezelf niet als een heilige neerzetten. Als iedereen om mij heen meer geld zou verdienen dan ik, baal ik. Zo kleinzielig ben ik ook wel weer. Wat ik bedoel is dat geld niet mijn primaire drijfveer is. Iets nalaten wel.’
'Elke stap vooruit creëert nieuwe uitdagingen'
Waarde toevoegen, daar gaat het om. Dat lukt de voormalig wethouder van Rotterdam en oprichter/leider van de landelijke partij EénNL. De uitdaging is immens. Rotterdam-Zuid is tot een nationaal zorgenkind uitgegroeid. De achterstanden op alle vlakken zijn groot. De criminele risico’s die op de loer liggen, zijn dat eveneens. We praten vandaag over een achterstandsgebied dat zich qua inwonersaantal laat vergelijken met Eindhoven. Dat duidt de ernst van de situatie. Daarom is een masterplan gelanceerd, waarin de krachten tot op nationaal niveau zijn gebundeld. In 2012 is het programma van start gegaan. Gekoerst wordt op een periode van twintig jaar, waarbij de effecten van de inspanningen gestaag zichtbaar worden. De stip aan de horizon: in 2031 het niveau bereiken van een gemiddelde stad. Het middel: focussen op school, werken en wonen.
‘De duur van het programma maakt het zo bijzonder’, zegt Pastors. ‘Het overleeft kabinetten, colleges, school- en corporatiebesturen en ga maar door. Deze taaie problematiek heeft tijd nodig. Wim Deetman stelde dat vast in 2011 als voorzitter van de visitatie-commissie. Zijn conclusie was: een regeerperiode van vier jaar is onvoldoende. Sommige scholen zuchten onder de veranderingen. Vaak waren ze net gewend geraakt aan een nieuwe koers en begonnen ze er plezier in te krijgen, en dan moest het weer anders. Continuïteit is het sleutelwoord. Een twintigjarig programma past daarbij.’
Draagvlak
Het is uniek, om meerdere redenen. Bijvoorbeeld door de aanpak, die totaal anders is dan voorganger Pact op Zuid. Daar was een groot budget beschikbaar, waren er tientallen beleidsmedewerkers en werd fors geïnvesteerd in communicatie. Pastors: ‘Wij hebben een budget voor een kantoor met zes mensen en that’s it. Gelukkig maar, want als je geld te besteden hebt, moet dat verdeeld worden. Dan komen partijen met hun financiële verlanglijstje en volgt acquisitie van buitenaf. Bij dat project is ook geïnvesteerd in media- en reclame-uitingen. Er is op Zuid een verleden van veel overheidscommunicatie. Het kostte veel geld en leverde weinig resultaat op. Met dit programma werkt het anders. Het plan is breed gedragen. Er is consensus. We voeren strijd met elkaar bij de totstandkoming van de vierjarige uitvoeringsplannen. Vervolgens worden we het eens: zo gaan we het doen. Samen. Onze rol is om iedereen bij de les te houden. Ik kom met het plan in de hand en zeg: “We hebben dit met elkaar afgesproken, hoe gaan we dat voor elkaar krijgen?” Ons team heeft geen budget om dat te realiseren. Dat moet dus van de partners komen. Dat werkt, want iedereen is bij de totstandkoming betrokken geweest. Er is draagvlak.’
Klinkt als de ideale wereld… Zo simpel als Pastors het nu schetst, werkt het niet. Hij geeft het grif toe. Er zijn pressiemiddelen. Eén die hij maar mondjesmaat in wenst te zetten, maar niet schuwt: de media. ‘Dat heb ik van Pim Fortuyn geleerd’, zegt hij. ‘Mijn eerste baan was bij de OV-studentenkaart bv waar Pim directeur was. We waren een kleine organisatie tussen openbaar vervoerbedrijven, het ministerie van Onderwijs en de Informatiseringsbank. Maar hoe klein we ook waren: Pim stond elke week in de krant. Hij zei altijd: als je een klein konijntje bent en je zit in een hok met olifanten, is er maar één manier om te overleven: het licht aandoen. Via de media. Ik doe het niet vaak, maar ik zit dicht bij de knop. Het is een stok achter de deur.’
‘De kern is dat we met z’n allen moeten doen wat is afgesproken’, vervolgt hij. ‘Dat is geen kwestie van op de knop drukken en het gebeurt. Een voorbeeld: alle 32 basisscholen in de zeven focuswijken moeten zes tot tien uur per week extra les geven. Daar zitten we al drie jaar bovenop. Maar pas afgelopen augustus hebben de laatste drie scholen het ingevoerd. Honderden kinderen hebben nog geen uur extra les gehad. Dat onderstreept maar weer het belang van de lange adem.’
Gezamenlijke inspanning
Hij en zijn medewerkers zijn druk doende in het stadsdeel, maar ook erbuiten. Met zijn politieke netwerk ligt daar mede de toegevoegde waarde. ‘We hebben geen budget en wijzen scholen, corporaties en bedrijven op de gemaakte afspraken. Dat is één kant. We moeten ook helpen faciliteren. Voor de corporaties hebben we uitzonderingswetgeving kunnen bewerkstelligen in de Tweede Kamer. Maar als we met z’n allen afspreken dat de beste onderwijzers op Zuid moeten werken, is dat nog maar het begin. Daarvoor zijn grote inspanningen nodig van de schoolbesturen. Maar net zo goed van ons, want op landelijk niveau vraag ik er aandacht voor. De rijkssubsidies voor betere docenten zijn net niet passend voor de wijze waarop wij het hier voor ogen hebben. Omdat ons programma landelijk wordt gedragen, ondersteunen wij de lobby om de regels net iets aan te passen en budget te creëren. Vanuit de gezamenlijke inspanning.’
Het doel? Totaalvoetbal spelen, zegt Pastors. Maar dan niet zoals bij het WK 1974, toen de finale werd verloren. ‘Deze wedstrijd gaan we winnen.’ Door de revolutionaire aanpak, die erop gericht is om de dagbesteding van de inwoners op orde te brengen. ‘Als je jong bent, ga je naar school. Ben je ouder, dan werk je. Doe je dat niet, dan gaat er iets niet goed en doen we er iets aan. Op het raam staan onze pijlers: school, werk, wonen. Dit programma gaat af van wijk-/straatniveau en het sociale cohesie-verhaal. Het gaat naar huishouden-niveau. Op school zijn we vanaf groep 6 van de basisschool bezig met het toekomstperspectief. We faciliteren door afspraken te maken over carrière-startgarantieplaatsen. Daarvoor hebben we 360 plekken gerealiseerd bij grote werkgevers als Deltalinqs, Food Inspiration Academy Rijnmond, de Rotterdamse Zorg, RET en het ministerie van Defensie. We focussen op zorg en techniek: vakgebieden waar veel werkgelegenheid is. Onze slogan is: gaan voor een baan! Dat is geen loze kreet: dat toekomst-perspectief is realiteit. Daarvoor worden wij ook geholpen door invloedrijke mensen op bepalende plekken, die ons helpen om dit voor elkaar te krijgen. Mensen als Hans Rijnierse, die in zijn geval de brug slaat tussen ons programma en het ministerie van Defensie. Fantastisch!’
'Mijn grote drive op aarde is dat ik iets wil doen wat de moeite waard is'
Woningen
‘Zo is het ook met wonen, een andere pijler. Van de 94.000 woningen in Rotterdam-Zuid gaan we er in twintig jaar tijd 35.000 aanpakken en verbeteren. Dat zijn er 1.750 per jaar. Daarvoor hebben we mensen nodig die het zien zitten en ons helpen. En we hebben minister Blok. Hij was voornemens om twee miljard verhuurdersheffing door te voeren bij de corporaties. Wij zeiden: als twee miljard kan, kan twee miljard “en een beetje” ook. Het werd 1,7 miljard met een ophoging naar 1,77 miljard. Van die zeventig miljoen gaat een derde naar Rotterdam-Zuid.’
Prachtig vindt hij het. Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid krijgt aandacht, ook in het buitenland. Regelmatig komen Europese beleidsbepalers langs om een indruk te krijgen van het programma. ‘Nederland is al jaren bezig met achterstandswijkenbeleid, waar Europa nog aan buurtbarbecues denkt. Die tijd ligt achter ons.’
Tijd om te genieten van het succes is er niet. ‘Vorig jaar hadden we honderd carrièrestartgaranties. Er zijn er slechts dertig verstrekt. Nu hebben we er 360, maar hoe ga je die bij de leerlingen krijgen? Hoe krijg je ze enthousiast? Hoe krijg je de leerkrachten mee? Elke stap vooruit creëert nieuwe uitdagingen. Het proces stopt niet.’
Gelukkig maar. Het past bij hem. Op zijn vijftigste voelt hij zich in de kracht van leven. Hij is gelauwerd en gedreven. ‘Ik ben op mijn plaats’. Dat vindt hij niet alleen. Recent is hij benoemd voor een nieuwe periode van vijf jaar. Nog zeker tot 2021 is Marco Pastors beschermheer van Rotterdam-Zuid. ‘In de komende periode zullen de inwoners in toenemende mate het project gaan zien en voelen. Niet door overheidscommunicatie, maar door de praktische toepassing. Kinderen worden gericht opgeleid, krijgen perspectief, de woningen worden beter en de positieve invloed van wijkteams zal verder toenemen. Rotterdam is al mooi, maar wordt met de opmars van Zuid alleen maar mooier. Voor alle Rotterdammers.’
Tekst: Bas Pronk
Fotografie: Jeffrey de Regt