‘Arbeidsproductiviteit van middenbedrijf moet omhoog’
23-01-25
De Nederlandse arbeidsproductiviteit groeit steeds langzamer. Dat is nadelig voor de economische vooruitgang. Daarover maakt secretaris-generaal Sandor Gaastra van Economische Zaken zich zorgen. Hij pleit in zijn jaarlijkse nieuwjaarsartikel in Economievakblad ESB voor maatregelen die de productiviteit van het middenbedrijf verhogen.
Kloof tussen de koplopers en het peloton
Er is volgens de topambtenaar vooral aandacht voor de productiviteit van grote, innovatieve bedrijven: de “koplopers”. Maar hij stelt dat het net zo belangrijk is dat het “peloton” mee kan komen. Pas als de grote groep middenbedrijven hun productiviteit verbeteren, kan de economische groei toenemen én dan profiteren meer bedrijven en mensen ervan.
‘De productieve koplopers blijven productiviteitswinst boeken, maar de middenbedrijven blijven de laatste jaren achter’, waarschuwt Gaastra. De kloof tussen het groot- en het middenbedrijf wordt groter en de algemene productiviteitsgroei in Nederland neemt af. ‘Het lijkt erop dat de grote massa van middenbedrijven moeite heeft om innovaties van de koplopers over te nemen.’
Meer aandacht nodig voor kennis(delen)
Daarvoor ziet Gaastra drie oorzaken. Ten eerste is er meer immaterieel kapitaal. ‘Bedrijven maken steeds vaker gebruik van software en kunstmatige intelligentie (AI) om processen te verbeteren en geld te besparen. Deze technologieën en innovaties zijn moeilijker te kopiëren dan fysieke kapitaalgoederen zoals machines. Bovendien ontbreken bij veel middenbedrijven de financiële middelen of de juiste kennis om nieuwe technologieën toe te passen.’
De tweede verklaring die de SG noemt is de tweedeling op de arbeidsmarkt. ‘Er zijn veel flexwerkers en zelfstandigen, die minder mogelijkheid hebben om met anderen samen te werken en van hen te leren. Tegelijkertijd maken de strenge regels voor het ontslaan van vaste werknemers het voor bedrijven risicovol om te experimenteren met nieuwe technologie. Bij tegenslag kunnen ze niet zomaar afscheid nemen van hun personeel.’
Als derde oorzaak haalt Gaastra aan dat er onvoldoende werk wordt gemaakt van een leven lang ontwikkelen. ‘Technologie verandert snel. Werknemers moeten zich continu bijscholen om te kunnen werken met nieuwe technologie. Toch ontbreekt het vaak aan mogelijkheden voor scholing. Werkgevers weten niet zeker of ze de investering terugverdienen, omdat medewerkers kunnen vertrekken.’
Vicieuze cirkel
Gaastra ziet een vicieuze cirkel: ‘Door de stagnerende productiviteitsgroei bij middenbedrijven groeit de inkomensongelijkheid. Bedrijven die hoogproductief zijn kunnen hogere lonen betalen, terwijl minder productieve bedrijven dat niet kunnen.’
De verdeling van het besteedbaar inkomen is al 30 jaar relatief stabiel – toch zijn steeds meer toeslagen nodig om lage inkomens te laten meegroeien. ‘Dit gaat ten koste van investeringen die de productiviteit kunnen verhogen, zoals het onderwijs of innovaties. Daarnaast ontstaat er een welvaartsverlies – werken loont minder – en wordt het toeslagenstelsel steeds ingewikkelder.’
Aanbevelingen
Om die vicieuze cirkel te doorbreken, stelt Gaastra drie oplossingen voor.
- Investeren in Leven Lang Ontwikkelen (LLO) tijdens het werkzame leven
‘Introduceer leerrechten en -plichten, zodat werknemers zich blijven ontwikkelen. Hierdoor wordt technologie makkelijker toegepast, stijgt de productiviteit en kunnen lonen omhoog.’
- Hervorming van de arbeidsmarkt
Geef flexwerkers meer zekerheden en maak vaste contracten flexibeler. Dit bevordert kennisdeling en innovatie.
- Herziening van fiscale ondernemingsregelingen
‘Bouw ondoelmatige ondernemingsregelingen, zoals de zelfstandigenaftrek, af. Gebruik die middelen om innovatie en de productiviteit van het middenbedrijf te stimuleren.’
FOTO: Het “peloton” moet volgens Sandor Gaastra mee kunnen komen met de “koplopers”. (foto Pavel1964/AdobeStock)