Aan de koffie met ivo…
25-05-18
In elke editie van Friends in Business bepreekt Ivo Opstelten Rotterdamse zaken die hem verbazen, inspireren of anderszins bezig houden. Telkens met een kop koffie op tafel en hoofdredacteur Jan Dirk Stouten als gesprekspartner. Dit keer natuurlijk vooral over de recente gemeenteraadsverkiezingen.
‘Ja, ik denk dat deze uitslag wel mogelijkheden biedt. Voor een breed college, lijkt mij. Met rechts én links, als ik even in die termen praat.’
‘Ik heb alleen altijd wel een probleem met een partij als DENK.
Ze hebben de zetels behaald, dus dat is democratisch goed, maar ik maak er een persoonlijke kanttekening bij. Zetels voor zo’n partij zijn kiemen voor polarisatie en daar moeten we juist vandaan. Weg uit die parallelle samenlevingen! We wonen hier in de stad met meer dan 600.000 mensen, dat worden er steeds meer, het gaat goed met de stad, maar je moet het sámen doen en niet in verschillende gemeenschappen telkens voor je eigen belang opkomen.’
‘Dat lokale partijen het op zo veel plaatsen goed doen, is voor mij een bevestiging van het signaal dat je ongelofelijk goed naar de burger moet luisteren. Niet alleen omdat het mijn partij is hoor, maar in Rotterdam hebben Vincent Karremans en zijn team dat heel goed gedaan. Die zijn de wijken in gegaan, huis aan huis gebeld en gevraagd: wat wilt u dat we doen? Voor mij is dát de weg, óók voor de partijen die ook landelijk opereren. Niet afstandelijk vanuit het stadhuis, maar ga de buurt, de wijk, de stad in. Pak daar je signalen op, maak er beleid van en vooral: voer dat beleid uit!’
‘Als burgemeester, moet ik eerlijk zeggen, ging ik ook altijd de stad in.
Dat heb ik meteen geleerd toen ik voor het eerst burgemeester werd in Dalen. De commissaris van de Koningin zei toen tegen me: als je besluiten moet nemen, ga eerst kijken en praat met de mensen die erbij betrokken zijn.
Je moet natuurlijk ook hoofdlijnen naar de toekomst uitzetten, duurzaam beleid maken, zeker in deze tijd, maar begin gewoon bij de basis, met vragen wat mensen nou écht willen en maak daar afspraken over…’
‘De nieuwe generatie Rotterdamse politici maakt een uitstekende indruk op mij. Karremans, Kathmann, Bokhove, Eerdmans…. Zeker in het slotdebat na de verkiezingen vond ik ze goed.
Kijk, in de campagne gaat het vooral om je eigen standpunten. Maar vervolgens heb je een verkiezingsuitslag. En dan zie je soms dat voor jouw standpunten geen meerderheid is… Je zál moeten samenwerken. Dát zag ik terug in het slotdebat: openheid, de bereidheid om elkaar te vinden op de hoofdlijnen. Daar vraagt de stad nu om! Ja, het zijn mensen van dezelfde generatie, dat zal wel helpen, denk ik… Het zal wel tijd nodig hebben. Onder leiding van ervaren formateurs zal iedereen uit zijn eigen schaduw moeten stappen en dat kost tijd.’
‘Zeker! Ik volg het nog net zo intensief als toen in burgemeester was.
Dat raak ik nooit meer kwijt. Ik heb ook meegedaan in de campagne. Beetje flyeren, beetje de lijsttrekker ondersteunen. drie uur lang bitterballen staan uitdelen bij de markthal… Een heleboel mensen kennen me wel, dat vind ik leuk, praat graag met ze. Maar voor de inhoud, verwijs ik altijd naar de lijsttrekker. Daar moet je je niet mee bemoeien.’
‘Als ik iets in de campagnes doe, gaat het altijd over onze eigen standpunten. Dat is belangrijker dan je afzetten tegen standpunten van anderen. De kunst is om wel spijkerhard te debatteren over de inhoud en je tegenstander daarna toch welgemeend een hand kunt geven en een biertje met elkaar gaat drinken. Dat is cruciaal, want je moet altijd verder.’
‘Dat de PVV hier geen voet aan de grond gekregen, hebben ze vooral aan zichzelf te danken. Mensen raken er blijkbaar op uitgekeken, alleen maar dat anti-islam, anti- zus en anti-zo. Ik ben nooit weggelopen voor de scherpe standpunten in het integratiedebat, maar je móet elkaar uiteindelijk toch wel kunnen vinden.’
‘‘Ja, ik ben vóór de direct door de bevolking gekozen burgemeester.
Al járen! Nu bepaalt de gemeenteraad feitelijk wie het wordt, maar ik zeg altijd: de raad heeft al een bode. Een direct door de bevolking gekozen burgemeester heeft een eigen positie, ruimte om daadwerkelijk te handelen op basis van zijn of haar programma met mandaat van de inwoners van de stad. Hij kiest zijn eigen wethouders en je krijgt andere types als burgemeester. Je krijgt een ander stelsel. Het zal nog wel even duren, maar het gaat gebeuren hoor! Zelfs Hans Wiegel draait bij in zijn oorspronkelijke standpunt… Ik heb er wel met hem over gesproken.
Hij heeft ook wel eens gezegd: Jij zou destijds, met je 28 jaar, nooit zijn gekozen als burgemeester van Dalen. Daar heeft hij dan ook wel weer een beetje gelijk in…’